NAAMLIJST
het zeeuwsch genootschap der wetenschappen.
GESCHIEDKUNDIGE en ethnographische
VOORWERPEN
Dr. J. C. de MAN, J. A. EREDEBIKS EN
V. NAGTGLAS, (te Utrecht).
en zeegewassen
paarlemoer.
Uit Zeeland en Nederland.
Buffet, samengesteld uit horens, schelpen
versierd met beeldwerk en een flesch van
VAN
TOEBEHOORENDE AAN
Conservatoren
pe achter de voorwerpen vermelde jaartallen zijn die, waarop zij bij het
genootschap zijn ingekomen.
Maart 1775.
Vervaardigd door het lid dr. Job Baster, te Zierikzee.
Planetarium.
Het voetstukeene vierkante kast met afgeronde hoeken 140 c. M.
hoogbevat het raderwerkdat de zes planeten boven het deksel in
beweging brengt. Het geheele stelsel wordt omgeven door een uit de
hand gevijlden koperen band, welke den Dierenriem voorstelt, en een
cirkel van 108 c. M. middellijn insluit. Op drie aan de zijden van het
voetstuk aangebrachte wijzerplaten worden de tijd van het op- en onder
gaan van de Zonhet Guldengetalde Epactade Zonnecirkelde
Zondagsletter, de schijngestalten der Maan, de tijd van den dag enz.
aangewezen. Dit kunststuk is in 1782 begonnen en in vijf jaren vol
tooid door den Middelburgschen horlogemaker Joseph van den Eeck-
hout en zekeren Robertnaar aanwijzing en op kosten van den heer
mr. Johan Adriaan van de Perre van Nieuwerve en Welzinge. Zie
prof. H. J. KromKort ontvj. eener beschr. van het Planetarium enz.
Midd. 1791. De Kanter en DresselhuisDe Provincie Zeeland^ bl.
130, en de afbeelding in de Kleine Cronijk almanak van 1791.