ER BESTAAT GEEN HEERLIJKER GELUID DAN DAT VAN EEN VOGELRIJK WEILAND SUCCESVOL BEHEER Als het om weidevogels gaat is de Yerseke Moer het paradepaardje van Zeeland. Kieviten, grutto's, kluten, slobeenden... alles is er en in aantallen waar je in de meeste weidegebieden alleen nog maar van dromen kunt. Dat is niet vanzelf zo gekomen. Het is te danken aan een goede terreingesteldheid enerzijds, maar ook aan decennia keihard werken om het zo te krijgen en te houden. Het mooiste was dat in de beginperiode. Stukje bij beetje werd de Moer door Het Zeeuwse Landschap aangekocht van particuliere boeren, die daar gewoon zo efficiënt mogelijk hun bedrijfsvoering uitoefenden. Kunstmest, zo goed mogelijke ontwatering en zoveel mogelijk vee per oppervlakte onderbrengen, zodat de niet al te productieve grond toch zo goed mogelijk benut werd. VINGER AAN DE POLS De hoge aantallen weidevogels in de Moer zijn er nog steeds. De toename is echter afgevlakt en sommige soorten lijken zelfs iets op hun retour. Zeker geen tijd dus om op onze lauweren te rusten. Zo is er altijd de druk van predatoren. Meeuwen, kraaien en de laatste jaren ook vossen zijn aanwezig in het gebied en hoewel predatie een natuurlijk gegeven is, kan het bij de hoge weidevogeldichtheden zoals we die van de Moer kennen, door kleine oorzaken flink fout lopen. Zo was er in de jaren '80 een grote (illegale) opslag van mosselschelpen aan de rand van het gebied. Dit beeld, dat zou je vast willen houden; zo zou het altijd moeten zijn. Maar de tijd glijdt voort en straks, zo rond eind mei, dan is het hoogtepunt alweer voorbij en wordt het stiller en stiller in de wei, totdat, als op de kalender de zomer aanbreekt vrijwel alle weidevogels alweer vertrokken zijn. Naar de kust, naar hun ruigebied of waar dan ook. Maar je weet: dit komt terug; elk jaar weer, die lieve lange lente in de wei. Maar tegenwoordig is er ook die onrust: komt het nog wel terug? Op veel plaatsen is het al rigoureus verdwenen en zelfs in de vanouds beste weidevogelgebieden treedt stagnatie op; achteruitgang zelfs in sommige gevallen. Na aankoop van zo'n weiland veranderde het beheer abrupt. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen zijn in het reservaat taboe en mede daardoor werd het aantal stuks vee dat in de wei kan worden ondergebracht kleiner. Peilopzet en het ongedaan maken van kleine ontwateringswerken als greppels en drains hebben gemaakt dat het gebied natter geworden is. De extensivering van het gebruik zette van meet af aan flink zoden aan de dijk. Dwars tegen de landelijke en regionale trends in verdrievoudigde het aantal broedende gruttoparen binnen tien jaar, terwijl tegelijkertijd het aantal kieviten verdubbelde. VEEL ONDERZOEK Een aantal jaren na elkaar waren er bij Het Zeeuwse Landschap studenten van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) van de Rijksuniversiteit in Leiden, die de weidevogels in het gebied bestudeerden. Het was in de tijd dat op het boerenland het weidevogelbeheer door middel van nestbescherming van de grond begon te komen. Ook in de Moer werd geëxperimenteerd met nestbeschermers, maar dat had een averechts effect. Nestbeschermers worden geplaatst om nesten te beschermen tegen vertrapping door weidend vee. Landelijk is dat één van de belangrijkste directe oorzaken van de achteruitgang van de weidevogelstand. In de Moer bleken nestbeschermers een averechts effect te hebben. Door jarenlange extensivering van het gebruik was de veedichtheid zo laag, dat de vertrapping van nesten slechts marginaal was. De nestbeschermers attendeerden predatoren als kraaien en wezels juist op de aanwezigheid van nesten en zodoende werd vastgesteld dat nesten zonder nestbeschermer in het reservaat een betere overlevingskans hadden dan mét. En zo leerden de beheerders van Het Zeeuwse Landschap stukje bij beetje hoe een optimaal weidevogelbeheer in de Yerseke Moer er uit ziet. De vele meeuwen die daarop af kwamen waren desastreus voor de weidevogels. Een ander punt van aandacht is de voedselsituatie. Het jarenlang achterwege laten van bemesting zorgt ervoor dat de bodem steeds schraler wordt. De flora wordt er zienderogen rijker door en in de loop der jaren hebben zich dankzij de verschraling tal van zeldzame paddenstoelen gevestigd. Maar tegelijk zijn er aanwijzingen voor een afname van bijvoorbeeld regenwormen in de bodem en dat kan nadelig zijn voor voedselzoekende grutto's. Proeven met het gebruik van ruige stalmest wijzen op een gunstig effect voor de grutto's. Het behoud van een weidevogelgebied als de Moer vraagt om permanente alertheid en voortdurende kritische evaluatie van het beheer. Maar dat is dit schitterende weidevogelgebied meer dan waard! Foto De grutto alarmeert luidruchtig als indringers zijn territorium benaderen (Chiel Jacobusse) ZEEUWS - 15-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2011 | | pagina 15