VAN KEIHOOGTE NAAR OESTERPUT
Tegen de Keihoogte ligt een karreveld, dat ontstaan
is door het afgraven van grond voor versterking
van de zeedijk naast de inlaag Vlietepolder. Deze
Vlietepolder, die z'n naam dankt aan de geul 'De
Vliete'die hier vroeger liep, is voor natuur- en
rustliefhebbers een prachtige inlaag. De inlaag
bestaat uit rietvelden, waar bruine kiekendief
en roerdomp broeden. Langs de rand groeien
meidoorns en braam, waarin vooral kneuen
veelvuldig broeden en op een rustig moment ook
van dichtbij te bekijken zijn.
Vrijwel alle Noord-Bevelandse inlagen hebben
een natuurbestemming; de meeste zijn in beheer
bij Stichting Het Zeeuwse Landschap. De eerste
inlaag, van west naar oost bekeken, is de inlaag
Thoornpolder. Deze inlaag is a.h.w. in drie gelijke
delen op te delen: een droog gedeelte en twee
van elkaar gescheiden moerassige delen met open
water. Op het droge deel is vooral de bijenorchis een
plant die de laatste jaren erg snel toeneemt; op de
overgang van droog naar nat groeien soorten als
rietorchis, moeraswespenorchis en waterpunge.
Door het natte moerassige karakter is
de Thoornpolder erg in trek bij broedvogels als
de slobeend, tafeleend, maar ook een soort als
de kokmeeuw broedt hier tussen de losstaande
pollen in het water. Behalve broedvogels zie je hier
regelmatig foeragerende vogels als de lepelaar,
kleine zilverreiger of bruine kiekendief.
De inlaag naast de Thoornpolder is de Keihoogte.
Deze ligt op de plek waar de vroegere Calvliet
liep, de oude havengeul naar het haventje van
Wissenkerke. Recentelijk is bij deze inlaag door Het
Zeeuwse Landschap een nieuwe kijkhut geplaatst,
die de oude afgebrande hut vervangt. De hut is
verlaagd aangelegd, zodat vlak over het water heen
gekeken kan worden. Hierdoor zijn hier schitterende
foto's te maken van watervogels. In de Keihoogte
ligt een reeks lage duintjes, waarop typische
planten als kruisdistel, kattendoorn en goudhaver
groeien. Op kruisdistel groeit hier ook een zeldzame
paddenstoel, de kruisdisteloesterzwam.
De grote natte inlaag naast de Vlietepolder heet
inlaag 's-Gravenhoek. In deze inlaag zijn een drietal
vogeleilandjes aangelegd, waarop vanaf het
kijkscherm aan de zuidelijke dijk mooi zicht is. Vooral
veel visdiefjes en kokmeeuwen broeden op de
eilanden. Op het moment dat de visdiefjes jongen
hebben, zie je de ouderdieren af en aan vliegen
met visjes in hun bek. De rietkragen rondom deze
plas zijn smal, maar toch broeden hier meerdere
blauwborsten en baardmannetjes.
De inlaag 's-Gravenhoek is in 1894 aangelegd, maar
kwam door een dijkval in 1933 weer buitendijks te
liggen. De huidige binnendijk is verstevigd en heeft
een tijd lang dienst gedaan als zeedijk. Pas met het
aanleggen van de huidige zeedijk op deltahoogte is
de huidige inlaag weer inlaag geworden.
Bijzonder schilderachtig is de huidige
Oesterput. Deze voormalige inlaag is een tijd als
landbouwhaventje in gebruik geweest, en dat is
nog goed te zien. Achter de Oesterput is nog een
inlaag aangelegd, de Karperput. Omdat deze inlaag
uitsluitend door regenwater gevoed wordt, is het
een zoete plas geworden. Vooral in het voorjaar is
het een fraai gezicht als de mannetjes slobeenden
op deze plas de vrouwtjes aan het versieren zijn; met
op en neer bewegende nekken draaien de mannen
om de vrouwtjes heen. En als één van de vrouwtjes
de mannen negeert, vliegen ze op om vlak voor haar
neus het ritueel te herhalen. Prachtig.
Door de komst van de Oosterscheldekering en de
versteviging van de zeedijken is de kust van Noord-
Beveland in deze tijd veiliger dan ooit, maar dankzij
alle problemen in het verleden hebben we hier een
schitterende kust gekregen. De omgeving is een
bezoek meer dan waard!
Foto
Bruine kiekendief
(Erik Speksnijder)
ZEEUWS -
21 - LANDSCHAP