Middelburg wordt in de as gelegd op een
moment dat overal elders in Nederland
de Duitsers al door de straten zijn ge
trokken.
Vervolgens wordt Zeeland, met de Zuid
hollandse eilanden, in september 1940
zogeheten spergebied, wat zo veel bete
kende dat niet-Zeeuwen het in het alge
meen verboden was de provincie binnen
te gaan. Het zou een situatie zijn die
voor het westelijk gedeelte van de provin
cie de hele bezetting door zou gelden, en
voor de rest alleen tussen september '42
en april '44 niet. In april '44 werd overi
gens ook bepaald dat de Zeeuwen zelf
voortaan niet meer gewoon hun provincie
uit mochten reizen. Deze spermaatregel
was voor de Duitsers betrekkelijk eenvou
dig te handhaven. Immers, alleen de
veerboten of de aanleghavens en de
dammen en bruggen hoefden te worden
bewaakt om te controleren wie de provin
cie verliet of wie er binnen kwam. De
Duitsers buitten het natuurlijke isolement
van Zeeland met andere woorden bewust
uit, zij versterkten het tot een relatieve
afscheiding van Zeeland van de rest van
Nederland.
Men vraagt zich vanzelfsprekend af
waarom de Duitsers Zeeland op deze
manier behandelden, waarom ook de
Fransen hier in de meidagen van '40
landden en vochten. Een antwoord op die
vraag biedt de schrijver van een geschied
werk over Zeeland de mogelijkheid zijn
boek in een bepaald perspectief te zetten,
een rode draad door het boek te trekken,
en zich openlijk de vraag te stellen of
ook daarmee, in het verdere verloop van
de bezetting en van de oorlog, deze
"status aparte" terug te vinden is. Het
bood mij de kans te schetsen in welk
opzicht ontwikkelingen in Zeeland afwe
ken van die in de rest van het land en in
welk opzicht niet, en om na te gaan of
daar een vergelijkbare oorzaak aan ten
grondslag lag.
Het beeld dat ik in mijn boek van Zee
land heb proberen te schetsen is inder
daad het beeld van een provincie waarin
tal van zaken, maar lang niet alle, afwe
ken van de gebeurtenissen in de rest van
het land, en dat in grove lijnen van het
begin tot het eind.
De geografische eenheid die Zeeland van
nature vormt is tijdens de oorlog ver
sterkt, en daar lagen vooral militair-
strategische redenen aan ten grondslag.
Het was enerzijds het Zeeuwse kustgebied
met zijn diepe zeearmen dat de Duitsers
voor meer problemen stelde dan de strak
ke kustlijn ten noorden en ten zuiden
daarvan. Maar het was bovenal de Wes-
terschelde met de haven van Antwerpen
aan het eind daarvan, die er voor zou
zorgen dat zoveel zaken in Zeeland an
ders liepen dan elders.
Door dit perspectief te kiezen -het isole
ment, gecombineerd met de strategische
betekems in het gebied, en de daaruit
voortkomende gevolgen - heb ik gepro
beerd een beeld te geven van een provin
cie die een eigen positie innam. Het in
vergelijking met de rest van Nederland
grote aantal soldaten, de in vergelijking
met de rest van Nederland zware kustver
dediging, de vele kanonnen en bunkers,
de ontwikkeling die het verzet in Zeeland
doormaakte, waar bepaalde vormen nau
welijks of maar in beperkte mate door
drongen en andere juist meer opvallen, de
confrontatie van vele Zeeuwen met de
aanwezige Duitse soldaten en de steeds
maar toenemende Duitse maatregelen, ze
zijn alle in het perspectief te plaatsen
van het hiervoor genoemde relatieve isole
ment en van het strategisch belang van
Zeeland. Ik heb die ontwikkelingen daar
mee ook proberen te verklaren. Uitlatin
gen als van de burgemeester van Zoute-
lande, Kodde krijgen zo meer dan alleen
lokale betekenis: "Verleden jaar de evacu
atie, dan een zware bezetting, inkwartie
ring, vordering van gebouwen en weilan
den, bunkerbouw op weilanden, het stel
len van draadversperringen en nu nog de
last van een tewerkstelling, en dat terwijl
er plaatsen in ons land zijn, waar men
van al die maatregelen niets of weinig
kent." (p. 262). Vooral het laatste deel
van het citaat accentueert de speciale
positie van de provincie.
Uiteraard heeft deze benadering conse
quenties voor de structuur van je boek:
het is een van de belangrijkste redenen
waarom mijn boek qua structuur afwijkt
van het eerste deel van De Bree, die de
in de eerste helft van de oorlog voor
Zeeland afwijkende ontwikkelingen hier en
daar wel noemt, maar die dat voor de
structuur van zijn boek geen gevolgen
heeft laten hebben, er de structuur van
v v
17