den, lag natuurlijk ook aan de weinig
adequate reactie van in elk geval de
Britse bevelhebber Montgomery, die,
geobsedeerd als hij was van het denk
beeld om in één fraaie actie naar het
hart van Duitsland door te stoten, over
het hoofd zag wat collega's en politici wel
zagen, namehjk dat zolang behalve Ant
werpen ook niet de toegang daartoe in
handen was, een stagnatie in de geallieer
de opmars onvermijdelijk was. Met andere
woorden: terwijl aan Duitse zijde het
belang van de Westerschelde bijzonder
goed werd ingezien, en er zo niet alles,
dan toch veel aan werd gedaan deze in
handen te houden, ook al was men Ant
werpen per ongeluk kwijt geraakt, werd
aan geallieerde zijde het belang van
Antwerpen en dus van de Westerschelde
miskend, ook al had men Antwerpen
veroverd, en werd zeker ook het belang
dat de Duitsers er aan hechtten niet
onderkend. Wanneer eindelijk op 16
oktober 1944 ook door Montgomery aan
de operaties rond de Scheldemonding
absolute voorrang wordt verleend, treedt
pas werkelijk voortgang in de geallieerde
acties op.
Hoe belangrijk Antwerpen in Duitse ogen
was, en hoe essentieel ook voor de
geallieerden, bleek uit het Ardennenoffen
sief van december 1944 - gestart nog geen
maand nadat de haven in gebruik was
genomen - en bleek ook uit de mogelijk
heid om dankzij de aanvoer uit Antwer
pen de aanval af te slaan. Het belang van
Antwerpen viel bovendien nog te merken
aan de V-1's en V-2's die op de haven
stad werden afgeschoten, en waar delen
van Zeeland ook hun portie van mee kre-
§en-
Het is in het beeld dat ik in mijn boek
schets dus niet geheel toevallig dat de
strijd zich in de herfst van 1944 rond de
Westerschelde afspeelde. Ik hoop daarmee
bovendien te hebben laten zien wat het
belang van deze gevechten binnen het
geheel van de geallieerde bevrijdingsstrijd
is geweest - waarbij het de Duitsers en
de geallieerden niet om Zeeland ging,
maar om de beheersing van de Wester
schelde en van de oevers daarvan.
Het is in het beeld dat ik in mijn boek
schets bovendien niet geheel toevallig dat
de Oosterschelde in november 1944 deel
ging uitmaken van de nieuwe frontlinie.
Beheersing van de Oosterschelde achtten
de geallieerden terecht niet belangrijk, en
een wel in de planning opgenomen
verovering van Schouwen-Duiveland bleef
dan ook achterwege. Van scheidslijn
tussen twee Duitse legers werd de Oos
terschelde daarom frontlijn tussen de
Duitse en geallieerde legers.
Dames en heren, zie hier in grove pen
seelstreken het beeld dat ik in mijn boek
over Zeeland heb proberen te schetsen.
Ik hoop u hiermee duidelijk gemaakt te
hebben dat een streekgeschiedenis of een
provinciale geschiedenis meer dan alleen
de vooral voor de streekgenoot interessan
te gedetailleerde en genuanceerde feiten
en gegevens kan bevatten, maar dat zo'n
regionale geschiedenis daar boven uit kan
groeien door die feiten en gegevens in
een bepaald perspectief te zetten, een
perspectief dat zo'n geschiedenis ook voor
anderen dan de mensen ter plekke boei
end en belangwekkend kan maken. Het
perspectief waarin dat voor Zeeland kan
heb ik u hier geschetst.
Zoals ik u eerder zei, heeft het perspec
tief dat wordt gekozen onvermijdelijk
consequenties voor de structuur van het
boek. Die structuur, zou je kunnen zeg
gen, de ordening van de gegevens, staat
in dienst van dat perspectief. Door de
door mij gekozen benadering heb ik naar
mijn overtuiging een beeld van Zeeland
kunnen geven dat de verschillen en
overeenkomsten tussen de regio's waar de
provincie nu eenmaal uit bestaat in een
evenwichtig, al die delen recht doend
kader geplaatst. De verschillen met de
rest van Nederland komen hierdoor
bovendien als het ware vanzelf door naar
voren. Tevens kon ik hierdoor allerlei
vaak uiteenlopende onderwerpen - de
voetballerij tijdens de bezetting, de volks
gezondheid, de positie van de scheepswerf
'De Schelde', de voedselsituatie in de
provincie, de positie van de burgemeesters
of de ontwikkeling van het onderduiken,
om er maar enkele te noemen - met
elkaar in verband brangen. Het altijd
dreigende gevaar dat dergelijke onderwer
pen als los zand aan elkaar komen te
hangen kon worden vermeden door na te
gaan of het relatieve isolement van Zee
land en de strategische positie van de
provincie op de ontwikkelingen dienaan
gaande van invloed waren. Uiteraard staat
20