Rotterdam in kaart wou brengen. Maar al
snel ontdekte hij, dat hij met die ant
woorden ook niet voldoende uit de voeten
kon. In de verantwoording van zijn boek
noemt hij de schriftelijke bronnen (vra
genlijsten, brieven, dagboeken) 'te on
nauwkeurig'. Sijes vond het interviewen
van de ooggetuigen veel nauwkeuriger,
omdat je dan geen genoegen hoeft te
nemen met halve antwoorden die nieuwe
vragen oproepen. Daarom zocht hij de
mensen zelf op en kon ze alles vragen
wat hij weten wou.
Voor Ben Sijes was het bezoeken van
ooggetuigen geen probleem. Want hij was
een man, die niet alleen intellectueel
geïnteresseerd was in zijn onderwerp en
in het verhaal van de ooggetuigen, hij was
er ook emotioneel bij betrokken. En ik
denk dat het voor goed beoefenen van de
'gesproken geschiedenis' die combinatie
van intellectuele èn emotionele betrokken
heid een voorwaarde is. Het gaat immers
niet om de geschiedenis van dode dingen,
het gaat om de geschiedenis van ménsen,
mensen in een oorlog. Wie aan geschiede
nis doet móet belangstelling hebben voor
de mensen, want anders maakt hij er een
steriele en elitaire bezigheid van, die to
taal is afgesneden van de realiteit. Wie te
bang of te geborneerd is om met gewone
mensen te praten en zich voor hun leven
te interesseren, moet voorzichtig zijn met
het schamperen op hun dubieuze geheu
gen, dat altijd inferieur zou zijn aan de
officiële documenten.
Officiële documenten. Zou daar de waar
heid in staan? Wij weten wel beter, mag
ik aannemen. Even dubieus en even selec
tief als het geheugen van sommigen, zijn
ook sommige officiële stukken. 'Wie s-
preekt van officiële stukken, hoort zich
onwillekeurig iets van "leugenachtig" toe
fluisteren', zei Domela Nieuwenhuis ruim
100 jaar geleden in de Tweede Kamer
toen men ook met officiële stukken wou
aantonen, dat de inlanders in Indië het zo
slecht nog niet hadden.
Nu, na 100 jaar is er weinig veranderd.
Wie wel eens in het bestuur van een
organisatie heeft gezeten, wéét dat er
soms iets maar beter niet (of omzichtig)
genotuleerd moest worden. Meestal ging
het dan om een 'lastige waarheid', die
verdonkeremaand of gladgestreken moest
worden. En dat is precies het probleem
met de officiële documenten: ze willen
nog wel eens erg glad en netjes zijn, veel
netter dan de waarheid. Maar dan kan
de 'gesproken geschiedenis' nog wel eens
(achteraf) de waarheid op tafel brengen.
De methode is immers niet alleen ge
schikt om vergeten groepen een stem te
geven, maar zeker in het geval van de
oorlogsgeschiedenis kan ze op de autori
teiten worden losgelaten. Vooral zij, die
wat ouder worden en weinig of niets
meer te verhezen hebben, willen aan het
einde van hun leven nog wel eens met de
échte waarheid op de proppen komen via
een (auto)biografie. Maar ook als er geen
levensverhaal op schrift wordt gesteld,
komt het voor dat iemand - ouder gewor
den - het niet kan verdragen dat een 'zo
genaamde' waarheid niet ontmaskerd
wordt.
Ik heb daar een aardig voorbeeld van.
Zoals u weet deed de Nederlandse rege
ring in London in september 1944 een
oproep via radio Oranje tot het spoor
wegpersoneel om te gaan staken. Het
gebeurde op zondag de 17e, de dag dat
de geallieerden bij Arnhem de operatie
Market Garden uitvoerden. De stakmgsop-
roep werd opgevolgd en de staking zelf
werd daarna een der belangrijkste oorza
ken van de hongerwinter. Maar de rege
ring - zo klonk het door de radio - had
het besluit 'na rijp beraad' genomen. Zo'n
mededeling in een regeringsverklaring
mogen we toch wel een officieel stuk
noemen, waar je als historicus op mag
bouwen. Toch heeft het toenmalige hoofd
van de Dienst Inlichtingen te London mr.
Fock, zelf meegemaakt dat er geen sprake
was van 'rijp beraad'. Fock is zélf na de
oorlog in de pen geklommen, waardoor
dr. L. de Jong in zijn standaardwerk dat
'rijpe beraad' al heeft kunnen nuanceren.
Maar dat kón hij omdat hij gebruik
maakte van het toevallige feit, dat een
ooggetuige die officiële lezing corrigeerde.
En dan nu tot slot de bijdrage die de
'gesproken geschiedenis' tot nu toe lever
de aan de beeldvorming van Zeeland
tijdens de Tweede Wereldoorlog. We
kunnen daar tamelijk kort over zijn. In
boekvorm ken ik weinig ooggetuigenversla
gen. Een boek over een interessant on
derwerp als 'Burgemeesters tussen wanor
de en wederopbouw", dat in '87 ver-
29