volgende wat 'droge' regels uit de
statuten maar vergeven, maar enke
le daarvan zijn nodig ter verduide
lijking van wat volgt.
Wij verstaan onder bovengenoemde
doelstelling onder meer:
-het bevorderen van de bescherming
van het bodemarchief
-het bevorderen van het verrichten
van niet-destructieve waarnemingen
-het bevorderen van het doen van
archeologisch onderzoek daar, waar
het bodemarchief bedreigd wordt
-het bevorderen van het beschrijven
en publiceren van onderzoeksresul
taten
-het bevorderen dat vondsten aan
de Depots voor Bodemvondsten wor
den overgedragen
-het bevorderen van de naleving van
de wet- en regelgeving met betrek
king tot het bodemarchief
Ons land telt een beperkt aantal be
roepsarcheologen en vele duizenden
mensen die zich voor de materiële
resten van ons verleden interesseren,
en dat laatste helaas soms op een wij
ze die niet altijd in het belang is
van de wetenschap.
Vele geïnteresseerden hebben zich
georganiseerd in de AWN, die het
grootste aantal amateur-archeologen
in ons land verenigt.
Ontstaansgeschiedenis
Belangstelling voor de archeologie
is ouder dan de AWN. In vorige eeuwen
waren mensen ook al geboeid doer
'oudheden', maar tot in deze eeuw
bleef archeologie een interessante
vrijetijdsbesteding voor 'nette heren'.
In de 20e eeuw groeide echter het
natuurwetenschappelijk karakter ervan
en zo ontgroeide de archeologie ten
slotte ook het hobbyisme.
Voor het ontstaan van de AWN is on
der meer een verschuiving in het be
langstellingsterrein belangrijk ge
weest; vóór de 20e eeuw waren onder
zoekingen vooral gericht op onbe
dreigde vindplaatsen. In de eerste
decennia van deze eeuw kreeg onder
leiding van prof. A.E. van Giffen
de moderne opgravingstechniek ge
stalte en richtte het onderzoek zich
steeds meer op bedreigde vindplaat
sen. Ook de Tweede Wereldoorlog be
tekende een keerpunt. Na de oorlog
lagen de prioriteiten bij de wederop
bouw en niet bij de resten van het
verleden. Bij de stadsuitbreiding,
wegenaanleg, ruilverkaveling en het
diepploegen werd zoveel gevonden
dat het voor de archeologie 'alle
hens aan dek' was om te redden wat
er te redden viel. Hierbij waren de
waarnemingen en diensten van ama
teurs van onschatbare waarde.
De overheid zag gelukkig haar ver
antwoordelijkheden en in 1947 werd
de Rijksdienst voor het Oudheidkun
dig Bodemonderzoek opgericht, de
ROB.
Op 6 september 1951 werd door een
aantal enthousiaste amateurs de
AWWN opgericht, aanvankelijk actief
in het westen van Nederland, later
in het gehele land waardoor in 1964
de naam gewijzigd werd in AWN.
Amateur-archeologen en 'amateur-ar
cheologen'
Archeologie is meer dan opgraven
alleen. De beoefening speelt zich niet
alleen af in het veld, maar ook in
het laboratorium en in de studeerka
mer.
Vele amateurs zouden het liefst alles
zelf opgraven, maar hun - in verhou
ding tot de hedendaagse technologi
sche mogelijkheden - gebrekkige mid
delen maken dat vaak onmogelijk en
ook niet wenselijk.
Het gebruik van machines bij groot
schalig onderzoek en de toepassing
van verfijnde ecologische onderzoeks
methoden zoals pollen-, zaden-, bot
en houtonderzoek liggen niet binnen
de mogelijkheden van de meeste ama
teurs.
Daar komt nog bij dat de Monumen
tenwet graafwerk verbiedt dat tot
doel heeft het opsporen of onderzoe
ken van monumenten.
Slechts enkele instellingen zijn be
voegd tot het doen van archeologisch
onderzoek, de ROB o.a., maar de
AWN niet! Ook de leden van de AWN
4