GIDS VOOR HISTORISCH ONDERZOEK IN ZEELAND
door
Jan Kuipers
Op de door de Stichting Regionale
Geschiedbeoefening Zeeland georgani
seerde Zeeuwse Historische Dag (8
juni 1991 in De Vroone, Kapelle) werd
de Gids voor historisch onderzoek
in Zeeland* gepresenteerd.Het boek
kwam tot stand met financiële steun
van de Stichting en het Anjerfonds
Zeeland. Uitgever Schiphouwer en
Brinkman meldt in een aan de gids
gewijde folder dat het werk zal fun
geren als een handboek bij de cur
sussen die jaarlijks door verschil
lende archiefdiensten worden georga
niseerd.
In hun Inleiding zeggen de samen
stellers dat volledigheid geen uit
gangspunt was, en dat de beginnend
onderzoeker in Zeeland niet met deze
gids kan volstaan. Het gaat dus om
een handreiking, één die al eerder
door andere provincies (Overijssel,
Noord-Brabant, Drenthe) aan aktief
in geschiedenis geïnteresseerden werd
gedaan. Onderwerpen die in de ande
re regionale gidsen al werden behan
deld, zoals onderzoeksopzet, (alge
mene) methoden van archief- en lite
ratuuronderzoek en het maken van
een werkstuk, komen in de Zeeuwse
gids niet aan bod. Het doel van deze
publicatie is vooral het vestigen van
de aandacht 'op de zeer rijke bronnen
die er binnen Zeeland wel degelijk
in ruime mate zijn, en onontgonnen
dreigen te blijven'.
Bronnen
De Gids voor historisch onderzoek
in Zeeland bevat twee delen: deel
I geeft verslagen van onderzoekers,
deel II behandelt de in Zeeland aan
wezige bronnen. Historici (al of niet
van professie), (historisch-)geogra
fen, archivarissen, documentalisten
en de provinciaal archeoloog van
Zeeland vullen de bladzijden met hun
belevenissen als onderzoeker, en/of
bieden uitzicht op rijk gevarieerde
archieven, genealogische bronnen,
het kadaster, bevolkingsregisters,
verzamelingen, carto- en topografisch
materiaal, foto's en prentbriefkaar
ten, kranten en drukwerk. Het land
schap kan een bron zijn, evenals uw
buurman en die oude werkplaats om
de hoek. En de grond waarover we
ons gedachteloos voortbewegen her
bergt het archeologisch 'bodemar
chief' Door het napluizen van be
drijfsarchieven, het gericht onder
vragen van zegspersonenhet bestu
deren van potscherven enz. enz.
kan informatie aan de bronnen worden
onttrokken. De informatie verwervende
technieken zijn divers als de bronnen
zelf; naar algemeen geldige instruc
ties ter zake zal de lezer dan ook
tevergeefs zoeken. Het is eerder
zo dat de raadpleger door de gids
middenin het labyrint wordt gezet
met niet meer dan fragmentarische
stukjes routebeschrijving tot zijn
beschikking. Maar de diversiteit die
in de Gids voor historisch onderzoek
in Zeeland wordt getoond wekt vreemd
genoeg ook begrip voor de in de
Inleiding benadrukte onvolledigheid.
Er wordt zoveel behandeld, er zal
vast nog veel zijn dat niet behandeld
kon worden, ben je geneigd te denken.
Zo melden de samenstellers dat er
relatief weinig aandacht is besteed
aan de vele voorwerpen in musea
en oudheidkamers, die historisch
soms veel te bieden hebben.
De 'Verslagen van onderzoekers' zijn
in sommige gevallen te idiosyncratisch
om een instructieve handboekfunctie
te kunnen vervullen. Maar wel treft
de lezer er boeiende verhalen onder
aan, zoals het relaas van K.J.J.
Brand over 'Vier generaties kaartre-
13