constructies Zeeuwsch-Vlaan deren'
(pp. 75-87). Brand, die het histo
risch besef met de paplepel kreeg
ingegeven, laat zien hoe vooral door
impulsen en verzoeken van buitenaf
zijn respectieve onderzoeksobjecten
zich afbakenden. Hij r.olde op zijn
terrein a.h.w. van het een in het
ander, en doet nauwkeurig opgave
van het hoe en wanneer, van zijn
werkwijzen, de bij zijn kaartproduk-
tie gebruikte materialen en de publi
cistische sporen van zijn interesse.
Zonder Brands publicaties over het
Oost Zeeuws-Vlaamse polderland en
de Zeeuws-Vlaamse fortificaties zou
den veel trefwoorden in de Encyclo-
pedie van Zeeland nooit tot stand
gekomen zijn - Gottschalks studie
van Oost Zeeuws-Vlaanderen was
er nog niet!
Literatuur
Dat volgens de samenstellers van de
Gids voor historisch onderzoek in
Zeeland de Zeelandcatalogus (onder-
deel van de geautomatiseerde catalo
gus van de Zeeuwse Bibliotheek) dienst
kan doen als lopende (historische)
bibliografie van Zeeland is een op
vatting die getuigt van te grote be
rusting. De Zeelandcatalogus is heel
nuttig - hoewel niet vrij van onvolko
menheden -, maar slechts te raadple
gen in openbare bibliotheken en op
het Rijksarchief; in een andere werk
omgeving of thuis heb je er niets aan.
Het niet afzonderlijk als bron behan
delen van de historiografische litera
tuur in de gids mag trouwens wel een
schromelijke nalatigheid worden ge
noemd, maar hangt misschien samen
met de strikt instrumentalistische vi
sie op deze literatuur in het boek.
Een visie die tot op zekere hoogte
te rechtvaardigen is: we hebben ten
slotte een onderzoeksgids in handen.
Maar Meijer c.s. gaan - noodgedwongen?
- uit van te scherp omlijnde fasen
die bij historisch onderzoek moeten
worden onderscheiden: raadpleging
van de literatuur vindt plaats in de
antichambre, terwijl men zich kenne
lijk alleen bij de bestudering van
primaire bronnen in de eigenlijke
audiëntiezaal van de geschiedenis be
vindt. In zo'n opvatting blijft de
'geschiedenis van de (regionale) ge-
Een ansichtkaart uit 1906. (Zeeuws Documentatiecentrum)
14