Comité van Aanbeveling van het W.V.D.
Geconfronteerd met de urgentie van
de dialectenquête en de noodzaak
om het werk aan het Woordenboek
te doen opschieten, hebben prof.
Em. V.F. Vanacker en prof. dr.
J. Taeldeman het initiatief genomen
tot het oprichten van een Comité
van Aanbeveling. Dit comité vergaderde
op 26 april j.l. en verspreide een
nota over het belang en de urgentie
van het W.V.D. Van Zeeuwse zijde
hebben in dit comité zitting: de heer
dr. C. Boertien, mw. G. de Vries-
Hommes en de heren B. Oele, R.
Ruules, oud- beheerder Dow Benelux
B.V. Terneuzen en zijn plaatsgenoot
J. Wisse, directeur van de Rabobank
en consul van België. De tekst van
deze nota luidt als
volgt
BELANG EN URGENTIE
VAN HET WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN
Het Comité van Aanbeveling van het Woordenboek van de
Vlaamse Dialekten (voortaan WVD) wil uw aandacht vragen voor het volgende
De dialectwoordenschat in Vlaanderen is door de maatschappelijke evolutie
van de jongste decennia vlug aan verandering en verdwijning toe. Daardoor is die
woordenschat nu een éénmalig te ontsluiten bron voor de kennis en de beschrijving
van onze Nederlandse taal in haar historische ontwikkeling en regionale
gcdiversificerdheid. Hij is een cultuurmonument dat dringend en volledig
geïnventariseerd dient te worden door hem systematisch op te tekenen uit het
geheugen van de oudste generatie. Daar is hoogstens nog 10 15 jaar de tijd voor.
Het WVD verzamelt aan de Rijksuniversiteit Gent sedert 1972 de
dialectwoordenschat van Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen en publiceerde
sedert 1979 negen afleveringen, gewijd aan rubrieken van de landbouwwoordenschat
en aan de terminologie van vijf beroepen. Het WVD werkt methodologisch en
organisatorisch nauw samen met het Woordenboek van de Brabantse Dialecten
(WBD) en het Woordenboek van de Limburgse Diakecten (WLD), twee projecten
van de Katholieke Universiteit Nijmegen, die eveneens grensoverschrijdend
Zuidnedcrlandsc dialecten behandelen. Het WVD legt een systematisch geordende
database aan van de dialectwoordenschat van het onderzoeksgebied. Daaruit worden
per rubriek of domein publikaties afgeleid met daarin begripsomschrijvingen,
bronnenopgave, beschrijving van de regionale variatie, illustraties en woordkaarten.
Deze publikaties vormen zowel een wetenschappelijk verantwoorde taalinventarisatie,
dienstig voor alle vormen van taalkundig en ander wetenschappelijk onderzoek als
een prettig lees- en kijkboek voor wie de taal liefheeft.
Het project wordt momenteel gefinancierd door het FKFO en de Universiteit
Gent met bijkomende subsidies van de Provincies West-en Oost-Vlaanderen en
Zeeland en de Nederlandse Taalunie en uitgegeven met steun van het Belgisch
Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek. Met de huidige bezetting van 2,5
wetenschappelijke en 1 administratieve medewerker zou het behandelen van de
resterende landbouwwoordenschat, de belangrijkste artisanale beroepsterminologieën
en de algemene woordenschat nog wel 60 jaar kunnen duren. Dat is gezien de
urgentie van de woordverzameling uiteraard onzinnig. Om prioritair de woordenschat
te verzamelen zou men in de eerstkomende 10 jaar de mankracht moeten
verdriedubbelen en de publikatiedruk verlichten. Om verder het project - in
coördinatie met het WBD en WLD - binnen een redelijke termijn af te werken is
duidelijk een grotere investering van wetenschappelijke mankracht en apparatuur
noodzakelijk. Gezien het grote wetenschappelijke en culturele belang van deze
onderneming roept het Comité van Aanbeveling alle geïnteresseerde personen en
instanties op om in onderling overleg en zonder verwijl hiervoor de nodige middelen
ter beschikking te stellen.