afb. 2. Moedeien dochterkerken op
P.A. Henderikx)
In de loop van de 11e eeuw begint waar
schijnlijk de sterke bevolkingsgroei die in
de 12e en 13e eeuw doorgaat. Bij veel
archeologische vindplaatsen dateren de
oudste sporen van de bewoning heel vaak
juist uit de lle/12e eeuw. Het geldt bij
voorbeeld voor veel door Van der Feen en
de bodemkarteerders in kaart gebrachte
zogenaamde 'oude bewoningsgronden',
herkenbaar aan een hoog humus- en fosfaat
gehalte.
Voor het bestaan van dotpen, of in ieder
geval wat grotere nederzettingen rond 1100
op Walcheren, hebben wij weinig aanwij
zingen. Zeker is dat er nog maar heel wei
nig kerkdoqpen zijn, want het aantal paro
chiekerken is in de vroege 12e eeuw zeer
Walcheren in de middeleeuwen (tek.
gering. Op Walcheren zijn het er vijf (zie
kaart 13). In het noordwesten bestaan de
kerken van Westkapelle en Oostkapelle
vóór 1067. Er is door A.F.C. Koch aanne
melijk gemaakt dat deze twee kerken doch
terkerken, kapellen zijn geweest van de
oudste kerk van Walcheren, die gestaan zou
hebben in de in zee verdwenen nederzetting
Walcheren bij Westhove. Verder zijn er
twee kerken in Middelburg, de Westmon-
sterkerk op de Markt en de Noordmonster-
kerk op het Hofplein. Daarvan strekken de
parochies zich over grote delen van Wal
cheren en de Bevelanden uitstrekken. En
tenslotte is er nog een kerk in Souburg, niet
bij de burg maar wat westelijker, in West-
Souburg.