DE VORMGEVING EN BEBOUWING VAN DORPEN IN ZEELAND* Peter Don Een opmerking vooraf Omdat het begrip 'vormgeving' in bovenstaande titel licht tot misverstanden zou kunnen leiden, dient hier allereerst te worden vastgesteld dat het in deze bijdrage niet gaat om de vormgeving van de plattegrond van het Zeeuwse dorp, maar veeleer om het in de ronde, rechthoekige of langgerekte dorpskern aan te treffen 'opgaande werk'de bebouwing, het straatmeubilair en de beplanting. Het Zeeuwse dorp in vogelvlucht Welnu, waar denkt men in dit verband zoal aan wanneer het Zeeuwse dorp ter sprake komt? Het eerste dat voor het geestesoog opdoemt, is vermoedelijk toch nog steeds een kerkgebouw, ergens midden in de dorpskern, vaak monumen taal en oud, met een geschiedenis en met vor men en bouwmaterialen die teruggaan tot in de middeleeuwen. Deze kerk staat gewoonlijk op een groen kerkhof, wat hoger dan de directe omgeving. Daaromheen doemt vervolgens de veelal een voudige particuliere bebouwing op: verdieping- loze woningen, hier en daar een werkplaats of een winkel (ook al loopt dat de laatste decennia zeer snel terug...!) en verder - vooral aan de randen van het doip - boerderijen, schuren en schuurtjes. Wat de bouwmaterialen betreft voeren baksteen, al of niet gepleisterd of met een grijze cement- laag bestreken, en pannendaken de boventoon. De schuren zijn vaak van hout en dan veelal zwart geteerd; rieten daken komen in de kernen nauwelijks nog voor. Tussen deze in de regel weinig pretentieuze en lage gebouwen valt af en toe een uitschieter op: een wat rijker uitgevoerd pand, hoger ook, door de toevoeging van een verdieping. Het is (of was oorspronkelijk) het raadhuis, de pastorie of de woning van de dokter of de notaris. De openbare ruimte in het dorp, tussen de soms vrijstaande maar meestal in rijtjes langs de wegen gebouwde huizen, is altijd wel van enige boombeplanting voorzien. Leilinden zorgen hier en daar 's zomers nog steeds voor de nodige schaduw in de voorkamers der woningen en op kerkhof en dorpsplein staan vaak forse bomen met volle kruinen. samenvatting van een aan de hand van dia's gehouden lezing Verder zijn voor de aankleding van de openbare ruimte natuurlijk van belang: de bestrating, meestal aangebracht in verschillende materialen en met de nodige niveauverschillen, en het straatmeubilair. Dit laatste loopt van historische objecten, zoals het lage muurtje of het hek rond het kerkhof, de pomp, de travalje of hoefstal, het viskot en de leugenbank, tot modernere 'meubelstukken', bij voorbeeld de muziektent, het bushokje en het oorlogsmonument. Water is in de kern van het Zeeuwse dorp niet in overvloed aanwezig. Soms is er een 'vaete' (oorspronkelijk drinkput, nu meestal als eenden vijver dienstdoend) en in enkele dorpen omsluit een smalle gracht nog het kerkhof. De dorpskern via een van de uitvalswegen verlatend, komt men meestal als vanzelf in de recentere bebouwing, in de loop van de 19de, maar vooral in de 20ste eeuw opgetrokken: rijtjes arbeidershuizen, middenstandswoningen van twee onder één kap, bedrijfsgebouwen en ten slotte - buiten het dorp en veelal op een dijk - de korenmolen. De veranderingen Voor het beeld zoals hier geschetst, moet heden ten dage overigens in menig dorp wel enigszins selectief worden gekeken. Voorbij moet worden gezien aan soms zeer forse ingrepen in de vorm van verkeersdoorbraken, grootschalige bedrijfs- bebouwing en dergelijke, aanslagen op het oude vertrouwde dorpsgezicht die menigeen niet onberoerd hebben gelaten. In vergelijking hiermee verloopt het constante veranderingspro ces dat steeds met kleine stapjes voortschrijdt, relatief ongemerkt. Van het effect van alle kleine veranderingen samen wordt men zich in de regel eerst ten volle bewust bij het vergelij ken van historisch beeldmateriaal met de situatie van nu. Aan de hand van een voorbeeld is dit het beste aan te tonen, maar eerst moeten nog enkele algemene opmerkingen worden gemaakt. Ons onderwerp is weliswaar het Zeeuwse dorp, maar natuurlijk zijn de dorpen buiten de provin ciegrenzen niet plotseling totaal anders van karakter. En anderzijds zijn de dorpen binnen die grenzen ook niet allemaal precies hetzelfde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 73