Verdere aftakeling in de 17e eeuw
In de 17e eeuw zette de aftakeling zich
voort. Baarsdorp verloor toen het belang
rijkste gebouw - het slot. Dit was in deze
eeuw eigendom van de drie erfgenamen van
Bouwen van de Waerde. Een van hen, Jhr.
Marten van de Waerde, overleed te Goes op
29 maart 1595, waama zijn zuster Anna, de
weduwe van Willem van der Goes, zijn
aandeel in het slot kocht. Mogelijk heeft zij
ook het aandeel van haar broer Adolf over
genomen, zodat de weduwe met haar kinde
ren het gehele bezit in Baarsdorp verwierf.
De totale waarde van het slot moet toen
250 bedragen hebben.
Dit is het laatste wat over het slot bekend
is. We kunnen alleen vermoeden, dat het in
een vervallen staat geraakt was en dat de
nieuwe eigenaars, die kennelijk geen am
bacht in Baarsdorp bezaten, niet geïnteres
seerd of in staat waren om het slot te onder
houden. Het moet in de eerste helft van de
17e eeuw zijn afgebroken. De stenen zullen
grif aftrek gevonden hebben, want er was,
zoals Smallegange schreef, spoedig niet
meer over dan een groene heuvel.
Het verhes van het slot behoeft nog niet een
drastische achteruitgang van het bevolkings
aantal veroorzaakt te hebben. Dit had ver
moedelijk reeds lang een maximum bereikt,
dat minder afhankelijk was van de aan
wezigheid van het kasteel, dan van andere
factoren, zoals leefruimte en faciliteiten.
Omstreeks 1670 is Baarsdorp ook zijn
molen kwijtgeraakt. De molenberg werd
daarna nog lang gebruikt voor het planten
van bomen, waarvan de opbrengst ten
goede kwam aan de kerk.
Baarsdorp was nu een dorp zonder kasteel,
zonder molen en met een kerkje, waarvan
alleen de torenklok nog regelmatig in ge
bruik was.
Tegen het einde van deze eeuw kan voor
het eerst een rederijke schatting gemaakt
worden van het aantal inwoners. Van het
jaar 1694 is een kohier van het haardsteden-
geld bewaard gebleven. Dit was een per
sonele belasting, die op basis van huisbezit
geheven werd, waarbij het aantal stook
plaatsen als criterium diende. Daarom werd
deze belasting ook wel schoorstenengeld
genoemd.
Op de rijst komen 16 personen voor. Als
per woning 5 a 6 bewoners gerekend wor
den, kan het inwonertal in dat jaar ruwweg
op 80-100 personen geschat worden.
Stabilisatie in de 18e eeuw
In de 18e eeuw schijnt er weinig gebeurd te
zijn, dat het bestaan van Baarsdorp verder
in gevaar kon brengen. Men bleef het kerk
je onderhouden, al moesten de hervormden
van Baarsdorp naar 's-Heer Arendskerke ter
kerke gaan, wat in de wintermaanden moei
lijkheden kon opleveren. De bevolking
moet gewend zijn geweest aan het geïso
leerde bestaan, als de voetpaden en wegen
niet of nauwelijks begaanbaar waren.
Er was een parochiehuis, waar vermoedelijk
ook herberg gehouden werd en het college
van schout en schepenen zitting gehouden
zal hebben.
Hier vergaderden ook de magistraat en de
administrateurs van de kerk en de diaconie
met de ambachtsheer om 'de wet te verzet
ten' en de rekeningen te controleren. Deze
bijeenkomsten vonden per toerbeurt plaats
in Baarsdorp en in Sinoutskerke en een
enkele maal in Goes in de herberg de Zout-
keete, de Gouden Leeuw of in de schutterij
de Voethoge.
Eens per jaar werd nu op Pinkstermaandag
een dienst gehouden in het kerkje van
Baarsdorp. De eerste vond plaats in 1755,
nadat het kerkje grondig gerestaureerd was.
Ds van Cuilenburg wijdde het kerkje in met
twee toepasselijke verzen uit Ezra 6, die
over de wederinwijding van de tempel han
delen.
In zijn voorrede merkte hij op, dat de
Roomschen geruchten verspreid hadden, dat
in de kerk van Baarsdorp door geen her
vormd predikant kon geleerd worden of de
voorlezer zoude 'bassen als een hond, de
leraar zou verstommen en niet kunnen spre
ken, de Bijbel zou toegesloten worden of
van den predikstoel geworpen, de duivel
zou de predikant van den stoel halen en
elders henen voeren'.
Deze voorspelling is niet uitgekomen, maar
toont wel, dat er nog een affiniteit bestond
tussen de katholieke bevolking en het kerk
je, waarin weliswaar geen missen meer
gelezen werden, maar waar zij wel in be
graven werden.
Een dieptepunt in de 19e eeuw
In 1813 werd door de Franse overheid voor