zijn maar weinig gegevens te vinden
over branden en de brandweer. Wel
blijkt uit enige posten in de stads
rekeningen dat Franse ruiters, die
onder leiding van brigadier Jacques
Pasteur op 24 augustus 1712 de stad
Tholen overvielen, brand hebben ge
sticht, mogelijk om kracht bij te zet
ten aan hun eis van een grote brand
schatting. Er was na de plundering
echter niet genoeg geld meer in de
stad om deze te betalen, waarna de
Fransen een aantal Tholenaren gijzel
den en naar Namen voerden. Het zou
meer dan twee jaar duren voordat
allen terug waren.
De eerste vermelding van een beproe
ving van de brandspuit vinden we
in de stadsrekening van 1717-1718.
Enige jaren later vermelden de
archieven de aankoop van een grote
brandspuit van het zwaarste kaliber
bij Evert van Houten, brandspuitma
ker te Middelburg. Deze zal in 1720
zijn geleverd.
In het reglement op de brandweer
dat de stad in 1730 liet drukken om
orde op zaken te stellen is een
fraaie gravure opgenomen van deze
brandbakspuit in de bergplaats.
Hierdoor weten we dat deze bestond
uit een perspomp en een aparte zuig-
pomp. Met laatstgenoemde pomp bracht
men water uit bijvoorbeeld een gracht
in een van de drie brandbakken. Deze
brandbakken werden dan naar de
brandspuit nabij het vuur gedragen
en in de waterbak van de perspomp
geleegd. Dit laatste werktuig was de
eigenlijke brandspuit. Deze had twee
perspompen die het water via een
slang in het vuur konden spuiten.
Dit soort brandweermateriaal bestaan
de uit een aparte zuig- en een aparte
perspomp is onder meer te Sint -Maar
tensdijk tot in de laatste wereldoorlog
Afbeelding van de brandspuit op een slede van de stad Tholen uit 1733.
A. Perspomp met daarop de spuitslang en waterzak. M. Zuigpomp. N.
WaterslangbakS. Lampetten met pekkransen voor verlichting van het
werk terrein
14