bladzijden. De eindverantwoordelijke,
Veronique de Tier, schreef in 1985
haar licentieverhandeling De termino-
logie van de windmolenaar in Oost-
Vlaanderen en legde daarmee een so
lide basis voor het boek dat in Wach-
tebeke ten doop werd gehouden. In
haar toespraak prees ze de medewer
king van de molenaars en molenmakers
die ze bezocht had in de loop van
de jaren en die haar de geheimen van
het vak vertelden. In Zeeuwsch-
Vlaanderen was ze evenwel niet ge
weest, want daar waren ongeveer ge
lijktijdig Piet de Kunder en Jaap de
fluister aan het werk. Zij maakten
een scriptie die als titel kreeg
Enige molen (aars) termen in
Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is dit
werkstuk dat aan de basis ligt van
het juist uitgekomen molenaarsboek
wat het deel Zeeuwsch-Vlaanderen
betreft. Ook ons Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten en de betreffende
regioboeken zijn veelvuldig geraad
pleegd.
De opbouw van het deel 'De molenaar'
is identiek aan de voorgaande delen.
Een begrip (lemma) wordt nader om
schreven. Daarna komen de vindplaat
sen in woordenboeken en dialectmono
grafieën. Vervolgens de dialectbena
mingen met de vindplaatsen en deze
zijn dan weer terug te vinden op een
overzichtskaartje. Als voorbeeld ge
ven we blz. 15 (de molenaar) en blz.
19 (ketsen)
Molenaar
Voor dit begrip zijn in het onder
zoeksgebied drie benamingen naar
voren gekomen. In het westen spreekt
men over molenaar, in het oosten zegt
men mulder. Het woord maalder of
maler komt frequent voor in het ui
terste zuidoosten, de Denderstreek.
De scheiding tussen oost en west,
tussen mulder en molenaar, volgt
ongeveer de provinciegrens tussen
Oosten West-Vlaanderen en is ook
nog te zien tussen Oost- en West
Zeeuwsch-Vlaanderen. Dat is nu een
interessant gegeven, dat bij thema
tisch onderzoek duidelijk naar voren
komt
Ketsen
Op deze kaart is duidelijk te zien,
dat in Vlaanderen 'ketsen' het gang
bare woord is voor 'met paard en kar
graan ophalen bij de boeren en het
gemalen (graan) weer afleveren'. In
de Franse Westhoek gebruikt men
daarvoor het woord 'drijven' en in
Zeeuwsch-Vlaanderen kent men daar
geen woord voor, maar een omschrij
ving: 'op de baan gaan, de ronde
gaan'. Jacques Vankeymeulenook
medewerker aan dit deel, hield er
in Wachtebeke een interessante lezing
over. Hij stelde dat 'ketsen' waar
schijnlijk verwant was aan het Franse
chasserdat 'jagen' betekent. Vermoe
delijk is 'drijven' een nog ouder
woord dan 'ketsen' en werden vroeger
beide, of één van de twee, ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen gebruikt. Daar
zijn ze in de loop der jaren verdwe
nen en door de omschrijving 'op de
baan, de ronde gaan' vervangen.
'Maar,' zo betoogde Vankeymeulen,
'in onze woordenboeken zitten niet
die oude woorden die nog in archie
ven zouden kunnen zitten en niet
meer gebruikt worden. Onze bronnen
vertegenwoordigen een periode van
ongeveer 100 jaar.'
Na de aanbieding sprak prof.' dr.
A. Hagen (Nijmegen) namens de
Rewo, de Regionale Woordenboeken
van Limburg en Brabant. Hij felici
teerde de samenstellers en ook de
Gentse universiteit met dit succes;
maar ook de grensoverschrijdende
samenwerking tussen de provincies
Oost-VlaanderenWest-Vlaanderen
en Zeeland roemde hij en stelde hij
als voorbeeld voor de andere gebie
den.
Ook prof. dr. Joh. Taeldeman (Gent)
prees de samenwerking en bedankte
uitvoerig alle medewerkers aan dit
enorme werk. Een gezellige receptie
besloot dit samenzijn.
De provincie Zeeland was vertegen
woordigd door drs. F. Burger, waar
nemend griffier ei. de heer W. de
39