dorp. Deze worden op kaartjes geno
teerd en in bakjes opgeborgen. Soms
komen er nog woorden en uitdrukkin
gen te voorschijn die nog niet in het
boek staan.
Behalve deze activiteiten gebeurt er
nog veel meer. Zo zijn de gebroeders
Jaos en Sjors Tanis bezig om hun
jeugdherinneringen in verhaalvorm
te beschrijven. Ook Klaos Kastelein
werkt verder aan zijn Ouddorpse ver
halen. De resultaten worden uitge
breid besproken en daana zo nodig
gecorrigeerd. En dan verschijnt de
definitieve versie in 'vlekkeloos'
Oudurps.
Mevrouw Komtebedde-Lodder gaat met
de cassetterecorder regelmatig 'de
boer op' om mensen te laten vertellen
over hun beroep.
Cor Hameeteman houdt zich vooral
bezig met het historisch gedeelte en
Pau Heerschap, medeauteur van het
boek, let meer op de taalkundige za
ken. Kortom: een scala van activitei
ten op kleine schaal, omdat de werk
groep zich alleen met het Ouddorps
bezig houdt. Op Ouddorp geboren
en getogen beheerst men dat het best.
Kopieën van de definitieve versies
van de schrijfsels worden naar de
'Zeeuwsche Vereeniging' gestuurd.
Ook is het de bedoeling dat woorden
en uitdrukkingen die nog niet in het
boek voorkomen, aan de Vereeniging
doorgegeven zullen worden.
De doelstelling van de Ouddorpse werk
groep is zoveel mogelijk te verzame
len van en over het Ouddorps dialect
en gelet op het enthousiasme van de
leden van de werkgroep zal dat zeker
lukken.
Pau Heerschap
't Kacheltje op d'n diek
Als ons, bewoners van Zeeland bezui-
de Schelde, gevraagd wordt een voor
beeld te geven van de 'eigenaardig
heid' van het bovenscheldse Zeeuws
dan wordt steevast 't kacheltje voor
de dag gehaald:
Kiek, kiek,
Daer loopt 'n kacheltje boven op d'n
diek.
In geen van de dialecten van
Zeeuwsch-Vlaanderen wordt een veu
len aangeduid met 'kachel'. Uiter
aard fascineerde de herkomst van
het woord me en broeder Alois, de
befaamde heemkundige en dialectken
ner uit Sint-Niklaas, wist me wat ge
gevens te verstrekken.
Het Middelnederlands Woordenboek
van Verwijs en Verdam spreekt over
'cachtel, verkleinwoord cachtelkijn
is een veulen'
Het Etymologisch Woordenboek door
J. Vercoullie zegt: 'kachel, manne
lijk veulen'
In het Vlaams wordt ook 'kachtel' ge
bruikt. Het woord zou afgeleid zijn
van 'cateile''cateel' en 'catel'Die
woorden op hun beurt van het Oud -
frans 'chatel', cheptal'In het En
gels is het woord terug te vinden
in 'cattle', hetgeen vee betekent.
Guido Gezelle gebruikte het woord
in een gedicht op 25 mei 189Y te Kort-
rijk
Och, Tone, tend de tijd daar is
en zal 't geen rijspap regenen;
maar, is de tijd daar Tone, ton
sta vast en valt aan 't lepelen.
Nog nieuwer nieuws als nu, wie weet
mag iedereen verwachten; en
zoo 't al gebeurt dat beuren kan,
de koeien kunnen kachtelen.
Tone heeft dus aan Gezelle gevraagd:
'Wat gaat er nog allemaal gebeuren?
Wat gaan we allemaal nog beleven?'
Gezelle antwoordt: 'Och Tone, het
zal geen rijstpap regenen eer de tijd
daarvoor gekomen is; maar als
die tijd komt, dan Tone, houdt u ge
reed en ga aan 't lepelen. Er gebeurt
zoveel tegenwoordig en er kan nog
van alles gebeuren, en als alles ge
beurt wat zou kunnen gebeuren dan
zullen de koeien nog veulens afwer
pen.'
In een pachtbrief uit Sint-Kruis uit
het jaar 1681 stond te lezen:
46