Dialectverlies als gevolg van accommodatie en nivellering Zelfs linguïsten van naam overschatten m.i. schromelijk de kansen die dialecten maken om te overleven in een immigratiesituatie. Talen staan er op dat punt aanzien lijk beter voor dan dialecten. Dit behoeft natuurlijk enige toelichting. Wil een dialect in een immigratiesituatie overleven, dan moet er sprake zijn van een hoge mate van talige homogeniteit onder de sprekers. In een situatie waarin verschillende variëteiten van een taal (dus zowel de dialecten als de standaardtaal) bij elkaar komen, treedt het proces van accommodatie in werking. Dit houdt in dat de sprekers van de verschil lende variëteiten zich qua taalgebruik aan elkaar aanpassen. (Natuurlijk betekent dit niet dat de sprekers van de verschillende variëteiten zich steeds in dezelfde mate aan passen; in een bepaalde plaats kan de ene variëteit meer prestige hebben dan de ande re.) De talige neerslag van het sociaal-psychologische proces van accommodatie is dat de verschillende variëteiten in kwestie in meer of mindere mate hun specifieke kenmerken verliezen, dit is de variëteiten nivelleren. (Dat dialecten als gevolg van dit proces hun specifieke dialectkenmerken verliezen, zal duidelijk zijn.) Dit nivelle ringsproces staat wel als 'levelling' te boek. De vraag die in dit verband rijst, is natuurlijk deze: was er in het geval van Zeeland, Michigan dan geen sprake van zo'n homogene groep? Naar mijn mening was dat duidelijk niet het geval. Of, wat preciezer geformuleerd, de algemene context waarin de groep Zeeuwse immigranten kwam te verkeren, was niet homogeen genoeg om het Zeeuwse dialect op den duur van levelling-effecten te vrijwaren. Wat hieraan ten grondslag ligt, is het feit dat binnen de Nederlandse kolonie in Michigan in haar geheel de positie van Zeeland, Michigan als het ware niet geïsoleerd genoeg was om het Zeeuwse dialect voor levelling te behoeden. Zeker toen de vervoersmogelijkhe den toenamen, kwamen de sprekers van het Zeeuws geregeld in contact met sprekers van andere variëteiten van het Nederlands. Naar alle waarschijnlijkheid betekende dit. dat ook de Zeeuwse immigranten hun taalgebruik aanpasten aan dat van de ande re immigranten. Hierbij moet overigens wel met de mogelijkheid rekening worden gehouden dat de Zeeuwen niet steeds in alle omstandigheden hun taal in dezelfde mate aanpasten. Bekend is, al berust dit op een 'lekenobservatie', dat in de eerste decennia van deze eeuw het Zeeuwse dialect in Zeeland zelf nog een vrij sterke posi tie innam. Op basis van mededelingen van Amerikaanse zegslieden schrijft historicus Jacob van Hinte: 'At Zeeland in Michigan the "Zeeuws" [Zeeland dialect] was still so powerful that immigrants from Groningen and Drenthe who had come to live in Zeeland eventually adopted "Zeeuws" even though it was not native to them.'9 Hoe dit alles ook zij, het lijkt vrijwel uitgesloten dat de dialectsprekers in Zeeland, Michigan nooit accommodeerden, al was het alleen maar in hun contacten met het steeds groeiende aantal sprekers van de standaardtaal. Zoals gezegd, de sprekers van het Zeeuws verkeerden mijns inziens in een min der geïsoleerde positie dan men op het eerste gezicht wellicht zou denken. Wat in dit verband natuurlijk op de eerste plaats moet worden genoemd, is het feit dat Zeeland deel uitmaakte van de, onder leiding van Van Raalte tot stand gekomen, veel omvang rijker Nederlandse 'kolonie' in Michigan. In deze kolonie, die uiteindelijk uit meer dan tien afzonderlijke vestigingen bestond, bevonden zich immigranten uit een groot aantal Nederlandse provincies. In het midden van de vorige eeuw, toen de standaard taal nog maar nauwelijks als gesproken taal functioneerde, moet dit hebben betekend dat er in de kolonie in haar totaliteit sprake moet zijn geweest van een hoge mate van 50 ZEEUWSE EMIGRATIE NAAR AMERIKA 1840-1920

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 52