actie te ondernemen. Later, in 1947, richtte
hij nog een brief aan zijn opvolger, burge
meester Kolff, waarin hij opriep tot 'alle
hens aan dek' en zich zelfs bereid verklaarde
nog eens voor Vlissingen op oorlogspad te
gaan.
De snelcommissie werkte overigens snel.
Binnen een jaar lag er een lijvig rapport met
als titel Het Nieuwe Walcheren, waarin een
apart hoofdstuk was gewijd aan het vlieg
veld Midden-Zeeland.
Door de schade aan het vliegveld Vlissingen,
veroorzaakt door de Duitsers en de inunda
tie stond herstel hiervan vrijwel gelijk aan
het maken van een nieuw vliegveld. Daarom
moest de commissie een keus maken tussen
het herstel van het oude veld en de keuze
van een nieuwe locatie.
Mede op basis van de rapportage van de
Rijkscommissie bepaalde de snelcommissie
haar keuze over de plaats van het vliegveld
in Midden-Zeeland. Hiervoor kwam een in
te polderen gebied in het Noord-Sloe (huidi
ge locatie in aanmerking, een gevolg van
de uitvoering van het zgn. Drie-Eilanden
plan. Omdat deze inpoldering nog vele jaren
op zich zou laten wachten moest uitgezien
worden naar een tijdelijk terrein. Het oude
terrein was een optie, ware het niet dat de
gemeente Vlissingen andere plannen met
deze locatie had. Bovendien moest rekening
worden gehouden met de eisen, opgesteld
door de Rijkscommissie voor de Lucht
vaartterreinen. Voor binnenlandse vluchten
werd toen gebruikgemaakt van Douglas DC
Il-toestellen waarvoor een startbaan van
1280 meter was vastgesteld. Met een toege
laten zijwind van 30 graden bij het starten
en landen zouden dus drie startbanen nodig
zijn. De gedachte om het oude vliegveld in
noord-westelijke richting op te schuiven
(Vrijburg ten noorden van West-Souburg)
stuitte echter op onoverkomelijke bezwaren.
De op te leggen bouwverboden in de aan
vliegroutes en de aanwezigheid van belang
rijke boerderijen zoals Noordbeek, Zuid
beek, Vrijburg en Triton waren hier debet
aan. Deze problemen maakten het plan voor
een vliegveld ten westen van het Kanaal
door Walcheren dus onmogelijk.
Vliegveld Ritthem
Ten oosten van het kanaal, in Welzinge ten
noorden van Ritthem, waren door de inun
datie grote vernielingen aangericht. Hier
zou een terrein met de vereiste omvang
gemakkelijk gevonden kunnen worden. De
aanwezige obstakels vormden er geen
belemmering terwijl men tevens op voldoen
de afstand kon blijven van de geplande
industrieën.
Zelfs met de vestiging van een Nederlandse
vliegtuigindustrie was rekening gehouden.
Het nieuwe vliegveld in Ritthem zou benut
kunnen worden voor het houden van experi
mentele vluchten. De startbanen moesten
dan wel tot 2000 meter moeten worden ver
lengd. De wens werd te kennen gegeven dat
het fabriekscomplex op het vliegveld zou
moeten worden gerealiseerd. Ook voor de
marine was deze locatie voordelig. Vanaf
vliegdekschepen konden vliegtuigen immers
gemakkelijk gebruik maken van het dicht
bij de kust liggende terrein.
De vestiging van de vliegtuigindustrie heeft
overigens geen rol meer gespeeld bij het
vliegveld Midden-Zeeland omdat hiervoor
een locatie nabij Amsterdam was gekozen.
In een brief van 12 mei 1950 riep het College
van Gedeputeerde Staten de gemeentebe
sturen van Walcheren en Noord- en Zuid-
Beveland op voor het houden van een be
spreking over het vliegveld bij Ritthem. De
ze uitnodiging ging vergezeld van een nota
van inlichtingen waarin o.a. het kostenas
pect was opgenomen. De totale kosten van
aanleg bedroegen f 851.000,-. De regering
had bepaald dat het Rijk 2/3 van de kosten
voor haar rekening zou nemen. De overige
kosten werden per gemeente omgeslagen.
Voor Ritthem bedroegen de kosten bv. f 500,-
-, voor Oost- en West-Souburg f 2.000,- ter
wijl voor Vlissingen een bedrag van
f 36.000,— was opgenomen. Er was overi
gens nog geen rekening gehouden met de
aankoop van landbouwgrond en het betalen
van bedrijfsvergoeding aan landbouwers,
aan wie geen vervangende grond konden
worden aangeboden.
In de vergadering, die op 6 juni 1950 werd
gehouden, was men het erover eens dat er
een vliegveld Midden-Zeeland moest komen.
De locatie Ritthem werd ongeschikt geacht.
Gepleit werd wederom voor het in te polde
ren terrein in het Noord-Sloe. De afspraak
werd gemaakt om een onderzoekscommissie
in het leven te roepen.
Den Spiegel, oktober 1997
23