dat zal zeer aanzienlijk geweest zijn. Vele gebouwen, waaronder het prachtige stad huis aan de Grote Markt, de Franse Kerk, de Oostkerk, een grote kazerne op de kop van de Walstraat en 65 woon- en pakhui zen zijn door brand verwoest. Ruim 250 huizen zijn zo zwaar beschadigd dat ze on bewoonbaar moeten worden verklaard. Het aantal verliezen aan Franse zijde wordt geschat op bijna 3.000 man en aan Engelse zijde op 900 a 1.000 man. Ondanks de verovering van Walcheren met de belangrijke havens van Vlissingen loopt de Engelse expeditie op een mislukking uit. Vanwege het uitbreken van de Zeeuwse koorts beschouwen de Engelsen de kracht van het leger niet meer toereikend om een aanval op Antwerpen te ondernemen. Voor Napoleon rest echter te weinig tijd zijn invasievloot op te bouwen, waardoor het gevaar voor Engeland in ieder geval is af gewend. Thomas Marmaduke Wybourn maakt ons in onderstaande brief deelgenoot van het strijdtoneel van augustus 1809. (vertaling A.H. van Dijk) Rivier 'De Schelde', aan boord van H.M.S. Blake 15 augustus 1809 Mijn liefste zusters, In het midden van vreselijke taferelen en juist als wij ons desondanks voorbereiden om iets te gaan eten en drinken op ons suc ces (en op mijn verjaardag) neem ik even vrij, niet alleen om jullie te verzekeren over mijn veiligheid, maar om me te verant woorden voor mijn zwijgen tot alles voorbij was. We hadden echter geen moment om na te denken over wat er gedaan moest worden of wie dat moest doen. We hebben vele dagen in onze kwartieren doorge bracht met alle hutkoffers etc. beneden. We zijn erg in de war geweest en in een ellen dige toestand. Ik wenste op dit ogenblijk bijna dat ik naar Engeland terug was ge keerd toen ik dit kon, want ofschoon ik gisteren ontsnapte aan een zekere vernieti ging voorzie ik toch zulke onvoordelige en kwellende oorlogvoering voor mij, die slecht overeenkomt met mijn gevoelens. Jullie zullen je realiseren dat met oprecht heid en ondervinding de harde en onbe loonde diensten mij eerder met walging hebben vervuld, dan dat zij mij hebben be angstigd. Ik ben bang dat jullie zullen den ken dat ik het schrijven te lang heb uitge steld, maar wat kan ik zeggen om jullie tevreden te stellen? Ik weet werkelijk niet wanneer ik voor de laatste keer schreef, of waarover, en ik wist zeker dat een of ande re zware dienst voor de deur stond en ik wilde dat liever afwachten, dan jullie in te lichten dat dat nabij was. In het algemeen ben ik een te betrouwbare historicus daar voor. Echter, mijn geliefden, ik ben gezond en de gevaren zijn voorbij tot dusver. De kranten zullen tonen (ik ben bang voordat dit schrijven jullie bereikt) in welke alar merende situatie onze roekeloosheid ons heeft gebracht. We zijn nu tot op zekere hoogte bezig onze schade te herstellen, hoe wel wij nog steeds onder bereik van de ko gels van de overkant liggen. Voor wij de ri vier hogerop gaan, moet ik jullie een schets geven van onze actie en jullie verzekeren hoeveel en hoe vaak jullie in mijn gedach ten waren en dat mijn arme vrienden het meest hebben geleden van de situatie waaraan wij zijn blootgesteld. Wij waren ooggetuige van de grote ellende waar de ongelukkige inwoners aan werden blootge steld. Het bombardement was ontzagwek kend en de kogels en de pas uitgevonden raketten zetten de stad op verschillende plaatsen in brand, maar die schurk van een Franse generaal wilde zich niet overgeven, hoewel meer dan 1.000 man van zijn troe pen onder de puinhopen was begraven en misschien duizenden arme vrouwen en April 2001 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 15