Einde en begin
Na elke oorlog
moet iemand opruimen
Min of meer netjes
wordt het tenslotte niet vanzelf.
Iemand moet het puin
aan de kant schuiven
zodat de vrachtwagens met lijken
over de weg kunnen rijden.
Iemand moet waden
door het slijk en de as,
de veren van canapes,
de splinters van glas
en de bloederige vodden.
Iemand moet een balk aanslepen
om die muur te stutten,
iemand het glas in het raam zetten,
de deur in de hengsels tillen.
Fotogeniek is het niet
en het kost jaren.
Alle camera's zijn al
naar een andere oorlog.
Met een bezem in de hand
vertelt iemand nog hoe het was.
Iemand luistert en knikt
met een hoofd dat nog niet is afgekletst.
Maar bij hen in de buurt
duiken al gauw lieden op
die het begint te vervelen.
Soms zal iemand nog
onder een struik
doorgeroeste argumenten opgraven
en ze naar de vuilnishoop brengen.
Zij die wisten
waarom het hier ging,
moeten wijken voor hen
die weinig weten.
En minder dan weinig.
En ten slotte zo goed als niets.
In het gras, overwoekerd
door oorzaak en gevolg,
moet iemend liggen die
met een aar tussen zijn tanden
naar de wolken staart.
De bruggen moeten terug
en de stations opnieuw.
Van het opstropen
gaan mouwen aan flarden. Uit: Einde en begin
April 2001