Einde en begin Na elke oorlog moet iemand opruimen Min of meer netjes wordt het tenslotte niet vanzelf. Iemand moet het puin aan de kant schuiven zodat de vrachtwagens met lijken over de weg kunnen rijden. Iemand moet waden door het slijk en de as, de veren van canapes, de splinters van glas en de bloederige vodden. Iemand moet een balk aanslepen om die muur te stutten, iemand het glas in het raam zetten, de deur in de hengsels tillen. Fotogeniek is het niet en het kost jaren. Alle camera's zijn al naar een andere oorlog. Met een bezem in de hand vertelt iemand nog hoe het was. Iemand luistert en knikt met een hoofd dat nog niet is afgekletst. Maar bij hen in de buurt duiken al gauw lieden op die het begint te vervelen. Soms zal iemand nog onder een struik doorgeroeste argumenten opgraven en ze naar de vuilnishoop brengen. Zij die wisten waarom het hier ging, moeten wijken voor hen die weinig weten. En minder dan weinig. En ten slotte zo goed als niets. In het gras, overwoekerd door oorzaak en gevolg, moet iemend liggen die met een aar tussen zijn tanden naar de wolken staart. De bruggen moeten terug en de stations opnieuw. Van het opstropen gaan mouwen aan flarden. Uit: Einde en begin April 2001

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 5