Een aantal der zwaargewonde Engelschen: ondanks hun verschrikkelijke verminkingen toonen ze nog een opgewekt en vroolijk gezicht, nu ze naar het vaderland mogen terugkeeren. ste klas wachtkamer. Daarna werden alle gevangenen overgedragen aan de Engelse consul. Omdat de Mecklenburg met de Duitse ge wonden pas om vijf uur 's middags zou binnenlopen, hadden we enkele uren vrij die we gebruikten om te eten en een wan deling door de stad te maken. De kwaliteit van het eten was omgekeerd evenredig aan de prijs, bovendien merkten we dat de Nederlanders goed kunnen rekenen, onze goede Mark bleek maar vijftig cent waard te zijn. Afgezien van de haven bood Vlissingen weinig opvallends. Bij onze wandeling door de stad baarden we opzien, spoedig hadden we een grote groep kinderen achter ons aan. De Vlissingse jeugd kende zelfs onze vaderlandse liederen: 'Deutschland, Deutschland über alles' en 'Mein Vaterland muss grosser sein', werd ons af en toe vro lijk toegeroepen. Minder onschuldig waren de van hatelijke blikken vergezelde uitlatin gen van Belgische vluchtelingen, waarvan zich een groot aantal in Vlissingen ophield. In de haven van Vlissingen lag een aantal Nederlandse schepen en de Main van de Norddeutsche Lloyd, die enkele weken ge leden door de Engelsen was gebombar deerd. Deze aanval, waarover de Nederlan ders erg ontstemd waren, mislukte, alleen de kade werd beschadigd. Aan de ernst van de toestand herinnerden ook de Nederland se oorlogsschepen op de rede en het rollen van zwaar geschut, volgens enkele Neder landers kwam dit uit de omgeving van Duinkerken. Rond vijf uur kwam de Mecklenburg in zicht. Een onbeschrijflijk geluksgevoel ging door ons heen, toen we bij het standbeeld van admiraal De Ruyter het schip zagen aankomen. Ons hart sprong van vreugde bijna uit de borst....' Tot zover Tebbenhof. Terug naar het station van Vlissingen. Behalve de trein uit Osnabrück was daar om 12.55 uur nog een trein met Engelsen aangekomen. Deze, door het Hamburgse Rode Kruis ingerichte hospitaaltrein, kwam uit Keulen en had 118 gewonden aan boord. In Maastricht was men onthaald op koffie, bouillon, fruit, tabak, enz. Onder lei ding van een Nederlandse officier-arts werd de reis naar Vlissingen voortgezet. Daar waren rond het station speciale maat regelen getroffen. Het perron was afgezet en militaire en Rode Kruisautoriteiten wa ren aanwezig. Het echte werk, dat wil zeg gen het gewondentransport, werd verricht door de transportcolonne van het Rode Kruis, een detachement van de Koninklijke Marine en de rijwielbrancardgroep van het Groene Kruis. Toen de Mecklenburg een maal voor de wal lag, kon het uitwisselen beginnen. Eerst gingen de gewone passa giers van boord, daarna werden de Duitse gewonden ontscheept. Na even op bran cards te hebben gerust werden ze in de ge reedstaande ambulancetrein geholpen. Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 8