- 32 - - Gillis Cornelisz. Brouwer is schuldich een rente, ven 20 s ft sjaers, staende op Heynkenzant, verschijnende te Kersmisse, comtverschenen de anno 88 20 s; cort van den C-pen. als voere; blijft vrij 16 s 9gr. SOflflA van renten 6 16 s 10 gr 6 m. SOMMA TOTALIS van den ontfanck deser rekeninghe: -tachentich ponden, vier schellingen, elff grooten, eene my te Vis. 80 4 s 11 gr 1 m l/ls. )- De inkomaten over 1588 waren ruim 80 Vls. De uitgaven kwamen op ruim 71 Vis. Men constateerde in 1589 over/ 1588 een batig saldo van ruim 8-j Vis; genoeg voor een gemiddeld gezin van die dagen (4 a 5 personen) om er een half jaartje goed van te kunnen leven KUADENDAMME A. DE B00 DE ZEEUWSE EPISODE UIT HET LEVEN VAN 0AN CATOEN Over de bende van Jan Catoen is veel gefantaseerd en geromantiseerd. Het is ook bij uitsték een onderwerp voor sterke verhalen om het haardvuur. Zelfs tot in deze tijd leven bepaalde, soms wilde verhalen hierover nog voort. In dit stukje willen we ons evenwel beperken tot de feite lijkheden en niet zoals bijvoorbeeld Sinninghe zegt: "De fantasie heeft wél eens leemten moeten aanvullen." Het verhaal speelt zich af in de roerige, tijd rond. het eind van de 18de en het begin van de 19de eeuw, de tijd van de Franse overheersing en de Bataafse Republiek. V Eén van de meest bekende en vooral meest gevreesde bendendie toen het platteland onveilig maakten, was die van Oan Catoen Oan Catoen was een Brabander: hij was geboortig van Etteny. waar zijn naam vermeld werd in het doopboek van de Rooms- Katholieke kerk op 12 september 1767:.V Het is niet direct te zeggen, dat Oan een buitenbeentje - 3.3 - was in een overigens oppassende familie,'want ook zijn broers Gieleman, Piet en Andries. waren van tijd tot tijd mee op het dievenpad. De reeks, overvallen, waarbij. Oan Catoen betrokken was, vrijwel altijd-op afgelegen hofsteden begon, voor. zover bekend, in de"nacht van 16 op 17 februari 1791, toen hij zich samen met zijn broers Piet en Gileman, Geert Oas- pers en Oacobus Boeren (alias "Lamme Vleugel"), had be geven naar de hofstede van Lucas van Bedaff in de buurt van Nieuw Gastel. Zonder binnen te komen, kregen ze, door te bluffen dat ze met z'n vijftienen waren en het huis en de schuur aan de vier hoeken in brand zouden ste ken, de bewoners zo ver, dat ze geld en sieraden afgaven. Dat leverde dan de toezegging op, dat ze verder gerust konden gaan liggen slapen en nooit meer door hun complot lastig gevallen zouden worden. Voor wat, hoort wat! De eerste tijd daarna is het vooral het westelijk deel van Noord—Brabantdat onveilig gemaakt wordt-, maar ge— leidelijkaan dient, zeker ook met het oog op gevaar voor arrestatie, het "werkgebied" steeds verlegd te worden. Qp allerlei.plaatsen in het land duikt de bende op. Na verloop van tijd werd echter onze Jan op vele plaatsen de gr^nd. te-heet onder de voeten. Onderduikers- Er zat niets anders op dan onderduiken en hiervoor viel de keus op een min of meer afgelegen gebied, namelijk "den Eylande van Zuidbeveland"- Jan Catoen nam de naam "Jan Coenraads" aan en kwam te recht aan het Langeweegje te Kwadendamme, waar hij onderdak vond in het huisje van Adriaan Thijsse. Zijn komst naar Zuid-Beveland is niet precies te dateren, maar het is zekerdat dit in de loop van 1799 geweest is, mo.géïijk al tegen het eind van 1798. Hij verhuurde zich als boerenarbeider en verdiende, misschien wel voor het eerst van zijn leven, op eerlijke wijze de kost. üiie zich om dezelfde reden, mogelijk samen met hem, maar in ieder geval in dezelfde periode als Jan Catoen, naar Zuid-Beveland begaf, was zijn trouwe vriend en eerste luitenant van de laatste jaren, Francis Mertens. Francis

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1980 | | pagina 18