Japanse vereri
Daarom van het speculatieve domein van de journalist
naar de nuchtere werkelijkheid van het Nederlandse consu
laire archief. In een notariële akte van 26 januari 1870 staat
geschreven: 'Op den vijf en twintigsten (dus niet de 24ste
zoals op de grafsteen vermeld staat) January achttien hon
derd zeventig des namiddags ter vier uren te Deshima aan
de gevolgen van hersenschudding veroorzaakt door een val
is overleden Janis Reijnhout.' Uit een later schrijven van het
Nederlandse Gezantschap in Japan aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken in Den Haag komen wij nog het vol
gende te weten: 'Uwe Excellentie zal uit de stukken gelieve
te ontwaren, dat het weinige dat door den overledene (Reijn
hout) is nagelaten, besteed is geworden aan uitgaven voor
de begrafenis benoodigd en aan het afbetalen van eenige schul
den, zoo dat er niets voor regthebbenden is overgebleven.'
Zelfstreling
Uit deze notitie valt af te leiden dat Reijnhout voldoende geld
had om zijn eigen begrafenis te bekostigen. Of er onder
die schulden ook een aan het bordeel was, is niet te achter
halen. Wel, dat wanneer dat het geval zou zijn geweest, die
ook betaald is. Verder geeft de notitie geen enkele aanwij
zing over het oprichten van de grafsteen door Yatsuhashi.
Dat dit een uniek fenomeen was, is reeds eerder vermeld.
De mogelijke verklaringsgrond die ik eraan wil geven is
de volgende.
Reijnhout was meer dan een klant van Yatsuhashi. Zoals
vele Nederlanders voor hem had hij gedurende zijn verblijf
in Nagasaki een vaste vriendin - ook wel huisvrouw genoemd -
in dit geval Yatsuhashi zonder dat die relatie, gezien haar
werkkring, exclusief was. Waneer men het woord hoer door
'voor de 'echtgenoot' bij nader inzien niet zo exceptioneel.
Meestal is het zelfs zo dat de naam van de echtgenoot
mede op het graf wordt genoemd. Nog afgezien van het
gegeven dat dit de enige grafsteen uit die tijd is met een
Nederlands en Japans opschrift, blijft het bijzonder dat
Yatsuhashi naast haar naam ook haar werkplek en daar
mee impliciet haar beroep liet inbeitelen. Het kan gezien
worden als een emancipatoire daad avant la lettre. Zij
streelde zichzelf door Janis voor de laatste keer op te rich
ten. Omdat de Hollandse begraafplaats tot een historical
landmark is uitgeroepen, zullen de namen van de Goese
zeilmaker en zijn Japanse huisvrouw, weliswaar niet voor
eeuwig, toch nog lang verenigd leesbaar blijven. Op die
manier kan deze grafsteen gezien worden als een stille
getuige van de liefde die Nederlandse mannen voor
Japanse vrouwen hebben gekoesterd en uiteraard vice
versa.
Een onopvallend huis aan de Voorstraat in Colijnsplaat
wordt al een aantal jaren regelmatig door Japanse toe
risten bezocht. In dit huis zou in 1842 de waterbouw
kundige Johannis de Rijke zijn geboren, juist is dit
eigenlijk niet, want in werkelijkheid zag De Rijke enkele
straten verderop het levenslicht. Hoe dan ook, de
Japanse bezoekers die nieuwsgierig naar binnen turen
willen zien waar het leven begon van de ingenieur die
dertig jaar in Japan werkte.
Bert Toussaint
De Rijkes vader Pieter was een kleine aannemer van dijk
werken; daarnaast had hij een boerderij. Met deze inkom
sten moest hij een vrouw en zes kinderen onderhouden.
Veel geld voor goed onderwijs was er dan ook niet. De jonge
johannis kreeg na de lagere school lessen in wis- en werk
tuigkunde van de in Goes gestationeerde Waterstaats
ingenieur J. Lebret, die De Rijkes vader waarschijnlijk goed
kende. De Rijke kon die lessen goed gebruiken toen hij
in 1865 opzichter werd voor de bouw van de sluis bij
Schellingwoude, een van de onderdelen van het Noordzee
kanaal dat toen in aanleg was. Zijn chef was ingenieur
C.J. van Doorn, op wie De Rijke een goede indruk maakte.
In 1872 kreeg Van Doom eervol ontslag, omdat hij was uit
genodigd door de Japanse regering om samen met de mili
tair ingenieur I.A. Lindo in Japan een aantal grote rivieren
te onderzoeken. Al na een jaar zocht Van Doorn verster
king, omdat het werk veel omvangrijker bleek dan was
voorzien. De Rijke kreeg dus een uitnodiging zijn koffers
voor Japan te pakken. Een verleidelijk aanbod, want het
salaris bedroeg een veelvoud van zijn opzichterstoelage.
De Japanse uitdaging
Zo maakte De Rijke met ingenieur George Escher en
opzichter-metselaar Dick Arnst de lange reis naar het
verre Japan. De Rijke kwam in een volstrekt vreemde
28 Zeeuws Tijdschrift 2000/3