Herinneringen aan de schilder Hens van der Spoel
In 1958 ontving de schilder Hens van der Spoel, die tussen 1932 en 1957 als tekenleraar verbonden was aan
de Rijks HBS in Goes, het latere Goese Lyceum, de Verzetsprijs voor Beeldende Kunst 1957.1 Van der Spoel
sprak er nooit over en in de publicatie De meesterlijke synthese, leven en werk van de schilder Hens van der
Spoel (i904-tg87)2, die samengesteld werd ter gelegenheid van zijn jubileumtentoonstellingiii in Museum
Henriette Polak in Zutphen, wordt er terloops aandacht aan geschonken
Dincenus van deVrie
Het eerste schilderij van Hendrik (Hens) Marinus van
der Spoel (Kampen 1904-1987 Groenekan) dat ik ooit
zag, hing in het huis van de conrector van het Goese
Lyceum de heer Van der Woude. Namens de school
vereniging Vlam bracht ik hem op een avond, in 1968
of'69 een fles van zijn favoriete cognac. Hij was toen
een tijdje thuis om te herstellen van een reumaknie
operatie. Wat onwennig nam ik plaats aan een grote
ovale tafel in de achterkamer van zijn huis. Ik zat
recht tegenover een woest, abstract schilderij dat voor
namelijk bestond uit grijze, roze en gele verfvlekken
en wat zwarte strepen die zo te zien waren aange
bracht met een penseel of kwast of misschien wel een
paletmes. Het schilderij verbijsterde me. Ik zag een
H.M. van der Spoel, Compositie, 1957, 112 x 88 cm,
collectie Stedelijk Museum Schiedam.
woeste kleurenpracht in een grote, strakke, smetteloos
witte lijst. Zoiets had ik nog nooit gezien. En dat in
dit huis bij mijn leraar, die vriendelijke, erudiete
leraar Nederlands. Dat hij een kleurrijk maar woest
anarchistisch schildergeweld in zijn huis ophing en
dat hij er ook nog dagelijks mee geconfronteerd wilde
worden? Was dit zijn geheime leven, zijn 'echte'
leven, waren dit zijn ware gevoelens, die hij voor zijn
leerlingen verborgen hield. Dat bezoek riep alleen
maar vragen op en wat begon als een min of meer
verplicht bezoekje namens de schoolvereniging zou
mij lang bezighouden.
De toeschouwer verwarren
Later zag ik op de studeerkamer van Van der Woude
nog een schilderij van dezelfde schilder, dat me al net
zo fascineerde. Het meest opvallende aan dit vrou
wenportret vond ik de ingetogen en eigenlijk nogal
sombere kleuren. Vooral bruin, grijs en zwart. De
vrouw had lang haar en ze kon van elke leeftijd zijn.
Mooi vond ik haar niet. Ze had blijkbaar wat moeite
met haar houding want ze hield haar handen in een
afwachtende houding. Ze keek een beetje schuin naar
boven alsof ze de kwaliteit van de kersen die hoog in
de boom hingen op afstand wilde keuren. Hoe was
het mogelijk dat een schilder zulke heel verschillende
schilderijen maakte? Gauw bedacht ik dat het wel een
vroeg werk zou zijn en dat het schilderij in de achter
kamer wel recent werk zou zijn. Later ontdekte ik dat
het hele huis aan de Van der Goeskade vol hing met
schilderijen en tekeningen van dezelfde maker, teke
ningen, die me voorkwamen als heel klassiek, met
pen getekend net als die van Rembrandt. Het werk
24 Zeeuws Tijdschrift 2004/6-7