1990
WON in het ZT
Opkomst en ondergang van een wethouder
De opbouw van het jeugdwerk in het land van Cadzand
Het nationale monument te Eede
Traverse
Holle bolle Gijs en het boek van een miljoen
Mededelingen KZGW
Grensoverschrijding Koningin Wilhelmina. 13 maart 1945 te Eede.
Hoewel in 1954 reeds een artikel verscheen over de
wederopbouw (of moeten we zeggen herbouw) van
Oostburg, duurt het tot 1959 eer voor het eerst uitge
breid wordt teruggeblikt op de bevrijding van
Zeeland. Voor het eerst wordt, naar aanleiding van
de verschijning van het boek The eighty-five days van
R.W. Thompson het 'complete' verhaal verteld,
opmerkelijk genoeg, ondanks alles, met een positieve
toon. Er wordt niet teruggeblikt op de oorlog, maar
op de bevrijding. Dat 'positieve' zien we in de eerste
decennia vaker terug. Vele bladzijden worden gewijd
aan de wederopbouw van Middelburg, Westkapelle en
Walcheren. Pas veel later, in 1977, wordt het onder
werp van de jodenvervolging door L.W. de Bree op
een indringende manier beschreven.
In 1969 wordt met de publicatie van dagboek
fragmenten van de redacteuren M.P. de Bruin, Hans
Warren, M.C. Verburg en De Bree voor het eerst op
de persoonlijke ervaringen ingezoomd.
Koningin Wilhelmina's eerste stappen op bevrijd
Nederlands grondgebied, de inundatie van
Walcheren, de herbouw van Westkapelle, de Slag om
de Scheldemond en de daarmee gepaard gaande
bijna totale verwoesting van West-Zeeuws-
Vlaanderen: het is allemaal vroeg of laat besproken
in het Zeeuws Tijdschrift, io, 15, 45 of 60 jaar na dato.
Marcel Migo
Dagboekaantekening van Hans Warren
30 oktober 1944
Gisteren zouden de Duitsers zich teruggetrokken
hebben naar Walcheren en het Atlantikwalletje
langs de gehele zeedijk hebben verlaten. Men
beweert dat De Winters de springstof waarmee
het uitwateringssluisje in de Van Citterspolder
geladen was, weggehaald hebben onder de ogen
van de wegtrekkende Duitsers.
Het is vreemd stil, onwerkelijk. Wat is waar? Ik
wilde naar ons huis gaan kijken, ik verlangde er
naar, mijn ouders wilden nog niet mee.
Ik ging via de Lange Zuidweg, keek eerst voor
zichtig over de dijk van de inlaag. Alles leek verla
ten, de bunkers, de stellingen, de ruiters stonden
open, overal rommel. Ik was niet helemaal gerust.
Toch liep ik nieuwsgierig de eerste bunker bin
nen. Alles was kennelijk in haast verlaten. Aan
59 Zeeuws Tijdschrift 2004/6-7