VOOR DE JEUGD
DE NIEUWE
r—1 VAN DE
DERDE
vaaaaaJI
AaaaaaaI
uaaaaaJ
I
I
Cf
5g
1
K
Wit KAN l/l’
i
HOOFDSTUK II.
ver-
daar uit moeten komen,”
(Wordt vervolgd)
moeite
voor
Ziehier
en
(VRIJ NAAR HET ENGELSCH)
I
is hier nu,
te
wel gauw, dat
deze school is en
het jaar wel weg.
i
„Wat bedoel je dat we niet meer moeten
spieken?" zei Meg.
„Natuurlijk niet! Wat voor rapporten zouden
we krijgen, als we het niet meer deden! Neen,
ik bedoel, waarom zouden we ons zorgen
maken over die „nieuwe”? Laat zij. als ze dat
wil, haar preparaties thuis maken en laten wij
de onze maken zooals we het altijd gedaan
hebben
„Bedoel je, dat wij de antwoorden en ver
talingen moeten gebruiken en het haar niet
zeggen? O, maar dat kunnen we niet doen! Dat
zou verschrikkelijk oneerlijk tegenover haar
zijn!” riep Meg uit.
„Dat zie ik niet in. Misschien gebruikt zij
ook wel antwoorden of vertalingen! Of mis
schien wordt ze thuis wel geholpen! Dagmeisjes
maken hun preparaties altijd thuis. En hoe
weten we, dat ze het alleen doen? Dat moeten
we toch maar gelooven?’
„Jawel, maar daar kunnen we niet op af
gaan,” zei Nancy beslist. „Ik weet ook wel,
dat sommige dagmeisjes door hun vader of
moeder worden geholpen, maar we kunnen niet
met zekerheid zeggen, dat de „nieuwe ge
holpen wordt en als ze niet geholpen wordt, zou
het gemeen van ons zijn indien wij spiekten en
het haar niet zeiden. Wij kunnen niet met
spieken doorgaan, als we haar niet op de hoogte
brengen. Aan den anderen kant kunnen we er
voor vandaag niets aan veranderen. We zouden
morgen een mooi figuur slaan, indien we nu
de antwoorden niet gebruikten! We moeten er
iets op zien te vinden, zoodat de „nieuwe’ de
antwoorden ook gebruiken kan.”
„Maar ik zie niet in, hoe we
doen,” herhaalde Meg.
2)
„Ga maar even met me mee,” zei Meg, toen
Nancy Anna had losgelaten, „dan zal ik je den
weg naar de kleedkamer wijzen, opdat je je
handen kunt wasschen. Ook Meg was werke
lijk in de war gebracht door de zonderlinge uit
drukking op het gezicht van de „nieuwe”. Maar
Anna wenschte geen gebruik te maken van haar
hulp. „Dank je wel,” zei ze. „Ik weet den weg
zelf wel.”
En waardig en kalm verliet ze het vertrek,
de deur achter zich sluitend.
Het wordt hoe langer hoe erger.
Het was werkelijk een slecht begin geweest
van Anna s schoolcarrière! Om de waarheid te
zeggen: de derde schaamde zich zelfs wel
eenigszins over die al te ver doorgevoerde
plagerij, en hoewel geen van de meisjes, die er
aan hadden deelgenomen, voldoende eergevoel
en moed bezat om haar verontschuldiging aan
te bieden, waren ze toch allemaal het verdere
van dien dag bijzonder beleefd tegen het nieuwe
meisje. Niemand durfde het woord „handen
meer noemen, en „pen en „inkt kwam niet
dan bij hooge noodzakelijkheid over hun lippen.
Toen de laatste les eindelijk was afgeloopen.
ging het „dagmeisje” naar huis, terwijl de in
ternen in de leerzaal nog een uur gingen zitten
„prepareeren
„Gelukkig!” zei Belle, toen de deur van het
lokaal achter Anna dicht was, „nu kunnen we
eindelijk weer vrijuit praten!' Daar de derde al
tot de „hooge” klassen gerekend werd, moch
ten ze hun lessen voor den volgenden dag
zonder toezicht van een leerares voorbereiden.
„Wat vervelend, dat we zoo n „dagmeisje” bij
ons hebben gekregen. We waren zoo knus en
gezellig onder elkaar! En nu is die nieuwe alles
komen bederven!”
„En het is zoo n onnoozele Griet," zei Nancy
met afkeer. „Alle dagmeisjes zijn natuurlijk uils
kuikens, maar zij schijnt veel erger dan alle
anderen bij elkaar. Hebben jullie ooit zoo n on
zin gehoord als ze vertelde over tennissen? Dat
je er leelijke handen van zoudt krijgen! Enfin,
ik geloof wel, dat ik haar heb geleerd op „Ceci"
niet meer te pronken met haar mooie handen!’
„Toch ben je wel wat te ver gegaan, met
haar handen zwart te maken,” zei Dora. „Er
zou heel wat te doen zijn geweest, als een van
de leeraressen toevallig eens was binnen
gekomen!”
„Ze komen nooit op dien tijd,” antwoordde
Nancy.
„Misschien niet. Maar zij had het aan een
van hen kunnen vertellen en dan zouden we er
allemaal van hebben gelust. Bovendien vond ik
het niet in den haak, haar zoo gemeen te plagen,
terwijl zij voor den eersten dag hier was!”
„Misschien niet! Ik zou het ook niet hebben
gedaan, indien zij niet had gedacht, dat ze
mocht opscheppen met handen, die te mooi
waren om tennis mee te spelen!”
„Het moet een vreeselijk heilig boontje zijn,”
merkte Meg op. „Ik begrijp niet, waarom haar
ouders haar naar „Ceci hebben gestuurd, als
ze niet aan sport wil doen!”
„Dat begrijp ik ook niet! Maar ze
en we moeten er van maken, wat er van
maken valt. Misschien merkt ze
ze een te heilig boontje voor
gaat ze aan het eind van
opperde Mamie hoopvol.
„Ik hoop maar, dat je gelijk hebt," mompelde
Nancy. „Een meisje, dat tennis te ruw vindt
en geen enkele andere sport beoefent, moet hier
niet zijn. Zeg, gebruikt iemand de algebra-ant-
woorden? Zoo niet, mag ik ze dan even? Ik
wou eerst mijn algebra-sommen even maken
„En als jij ze hebt gebruikt, wou ik ze graag
hebben,” zei Belle. „Wie heeft ze nu?”
„Ik," zei Mamie, een verfrommeld boekje,
waaraan het omslag en de titelpagina ontbraken,
uit haar kastje halend. Terwijl ze het aan Nan
cy gaf, zei ze aarzelend: „Zouden we het van
avond echter wel kunnen gebruiken? Ik bedoel
met het oog op de nieuwe, zie je* Is het eigenlijk
niet oneerlijk tegenover haar? We willen niet
valsch spelen, nietwaar?
„Verdikkie! Ik had de heele nieuwe
geten!” riep Nancy uit
„Ik ook,” zei Meg. „Ik heb heelemaal niet
aan onze spiekvertalingen gedacht! Wat moeten
we nu doen?”
„Het is verschrikkelijk vervelend. We hebben
maar één stel van alles en ik veronderstel, dat
het „dagmeisje” bijna al haar preparaties thuis
zal maken.” zei Dora.
„Ik zie niet, hoe we
zei Olive bezorgd.
„Laten we er dan ook geen
doen,” merkte Belle op.
een aardige opgave. Teeken de losse figuurtjes, die ge links op deze reproductie ziet na
rangschik ze, na ze op een stukje carton geplakt en uitgeknipt te hebben, zoodanig, dat ge
de figuur krijgt, die rechts is afgebeeld. Zoo gemakkelijk als het er uitziet, is het niet!
dat kunnen