B AAN DE GUILLOTINE ONTSNAPT VOOR QE.JEUGD tl I t kj I 1 I |4| F o rx I 3 ÜIËSw’’ e I van DE GRUWELIJKE KAR MET HAAR WOESTEN KOETSIER STORMDE DOOR DE STRATEN. h enzo< waar gelijk met Griel en or kunn Var perse later, den, naan vergi Ee Er z; van i uit c zulle was. baas ware echte hoe soof Arot pois le Je Van door taire gewi B ook De i lig, i groc De Mili mdervraagd. De markies had de jongeman en was toen door een tierende bende gepeupel nagezet, naar adem snakkend, in iederen dag de kans Toen de schrikaanjagende roode kar beliep kennis te zullen maken met madame la deur was voor Rodineaux ondenkbaar. list was hij in Parijs teruggekeerd en door een list had hij de bewakers van 11 in de Rue des Deux Pigeons! Als hij hier is ingegaan en hij er niet meer is, hetgeen duide lijk blijkt, dan moeten jullie hem daar vinden. Opzij, laat mij door; ik ben op weg naar La Force om voedsel te halen voor madame la Guillotine. Laat me voorbij!” Hij zette zijn paarden vloekend „A la lanterne! A la lanterne!" aan en De kreten van de woedende menigte bereik- richting ten het oor van den Markies Rodineaux, terwijl hij onder de lamp kroop, die haar BIJ DE ZEEHONDEN IN DEN AMSTER- DAMSCHEN ARTIS. al voorgespannen. Ik verborg mij en een slag neer en ik trok gauw zijn kleeren aan, sprong op den bok van de kar en reed naar de menigte, die ik wijsmaakte, dat de door hen gezochte aristo craat door een der huizen verdwenen was naar de Rue des Deux Pigeons. Toen ben ik als de duivel naar jou gereden. Het kwam mij het best voor, tegenover den herbergier te doen alsof je mijn gevangene was, want ik zag wel, dat hij wantrouwend werd toen ik je kwam halen. Hoe het zij, hij zal wel niet over ons kikken; er worden tegen woordig zooveel arrestaties uitgevoerd dat nie mand er meer over spreekt. Indien we door de poort kunnen komen, zijn we veilig. .Dat zal echter het moeilijkste van de heele onder neming blijken. Met behulp van eenige valsche papieren, die ik bemachtigd heb, en de kleeren van den koetsier hoop ik echter, dat we ook deze moeilijkheid te boven zullen komen. Vooruit!” Hij zette de paarden aan terwijl hij dit zei en rende met groote vaart op de Noordelijke Poort van Parijs toe; den laatsten slagboom tusschen de vrijheid en den dood. Bij de poort stonden een viertal nationale garden op wacht. Zoodra hij hen gewaar werd, begon de markies te schreeuwen: „Doe de poort open, stommelingen! Ik ben Gaspard de Sang en ik heb een speciale opdracht te ver vullen. Er zijn drie aristocraten uit La Force ontvlucht en ik zit hen op de hielen. Kijk maar, hier zijn mijn papieren! Maak nu voort en laat ons door! Ik heb reeds te veel tijd verspild door hier al die verklaringen te geven! Open, zeg ik!” De verbaasde soldaten keken slechts vluchtig naar de papieren, die de markies Rodineaux hen voorhield. Toen wierpen zij‘de poort wijd voor hem open en onder de toejuichingen van het volk, dat hem veel succes bij zijn jacht op de aristocraten wenschte, daverde de kar de poort door, den dapperen markies Rodineaux en zijn broer Armand de vrijheid tegemoet voerend Parijs reden, op weg naar de grens der stad, „het was mijn laatste kans op redding toen ik in die slob gekropen was. Tot mijn geluk stond op de binnenplaats deze kar kant en klaar met de paarden er De voerman kwam juist aan. toen hij vlak bij me was, gaf ik hem op zijn hoofd. Hij viel bewusteloos La Force. was woedend omdat het slacht- was en holde naar de Rue des Deux Pigeons om daar naar den achtervolgden aristocraat te zoeken, terwijl de bestuurder van de kar terwijl bedekt met hij wegreed naar hen omkeek en tusschen zijn tanden siste .Canaille!" Voort suisde de rood geschilderde kar, ter wijl de weinige voorbijgangers in de reeds nachtduistere straten verschrikt opzij sprongen. Voort, voort, ging de wagen, voorbij de Place de la Guillotine, voorbij la Force, de Rue de la Lanterne in. Het was in deze straat, dat zich de herberg bevond, waarin zich Armand verborgen hield. voor van het logement stilhield, sprong de be- Guillotine, dat was voor Rodineaux ondenkbaar, stuurder van den bok en stapte de herberg Door een list was hij in Parijs teruggekeerd en binnen. Een kreet van ontzetting ontsnapte aan eveneens door een list had hij de bewakers van den jeugdigen aristocraat, toen hij den ruwen de gevangenis, waarin zijn broer met nog eenige kerel op zich zag afkomen. aristocraten zuchtte, om den tuin weten te leiden Toen zij eenmaal samen de gevangenis waren ontvlucht, had zijn broer zich verscholen in een oude herberg aan de Seine, terwijl de markies- sterke zelf de stad was ingegaan om een middel te vinden teneinde te ontsnappen. Zonder er te denken had hij zijn zegelring aangehouden en toen hij op de Place de la Guillotine was dood- de Sang. Hij is de eerste r maar ik heb geen tijd om flauw brandende lamp, terwijl de woedende want ik heb nog een lange lijst volksmassa hem op de hielen zat. Toen zijn oogen eenigszins aan de waren, zag hij baar naar een de hoop van binnen Eenige seconden later drongen zijn vervol gers in het nauwe straatje, met lantaarns de duisternis verdrijvend en naar hun slachtoffer zoekend. Ze waren gewapend met zwaarden, hooivorken, messen en stokken en de markies, die zich in een donkeren hoek had verscholen, kon af en toe duidelijk de bloeddorstige uit drukking in hun oogen waarnemen... Plotseling hoorde men het geratel van een kar en eenige oogenblikken later stond het door twee paarden getrokken en door een half naakten jongeman, die een republikeinsche vlag om zijn middel had gebonden, bestuurde voer tuig in hun midden. Met een ruk hield de koetsier de paarden in. „Lln aristo?" gilde hij, toen hij zag waarnaar de menschen zochten. „Neen, burgers, je zult hier niemand van dat soort vinden. Dat is een doodloopend straatje en als degeen, naar wien jullie zoeken, hier is binnengegaan, dan is hij door een van deze huizen verdwenen en is nu Hij wendde zich om teneinde te vluchten, maar een ruwe hand greep hem bij zijn jas; een andere greep zijn armen, hij werd opgetild, worstelde tegen maar bleek machteloos in de armen van den man, die hem was komen halen, en eenige seconden later zat hij reeds bij op den wagen. De waard had als een wezenlooze toegezien en nu de bestuurder de teugels van de paarden gekomen had meti hem daar laat op den avond in de hand nam, durfde hij voorzichtig te vragen aangehouden en ondervraagd. De markies had °f de jongeman een aristocraat was. de vlucht genomen en was toen door een ,.Un aristo! riep de koetsier uit. „Ja, burger, huilende en tierende bende gepeupel nagezet. un aristo! Ik heb hem zelf ontdekt, ik, Gaspard Nu lag hij, naar adem snakkend, in een dood- de Sang. Hij is de eerste van mijn slachtoffers, loopend straatje, dat slechts verlicht werd door maar ik heb geen tijd om hier te blijven praten, een flauw brandende lamp, terwijl de woedende want ik heb nog een lange lijst en al mijn i slachtoffers moeten vóór morgenochtend in duisternis gewend La Force zijn! een openstaande deur, die blijk- soort binnenplaats leidde en met een drenkeling kroop hij naar en scheldend weldra verdween het wielgeratel in de van 1 Het gepeupel zwakke offer tijdelijk of voorgoed ontkomen stralen door de duisternis wierp. De kanten lubben van zijn kraag en manchetten waren verfomfaaid; zijn fijne satijnen broek was op verscheidene plaatsen gescheurd en L-- kluiten modder en de afwezigheid van zijn be poederde pruik verborg niet, dat de opgejaagde man een aristocraat was: een feit, dat ver klaarde, waarom de schreeuwende en tierende menigte hem najoeg. Zelfs nu nog betreurde hij het niet, te zijn teruggekeerd naar Parijs, de stad van bloed, want om te genieten van de vrijheid en het leven, terwijl zijn broer gevangen zat in de gevangenis La Force en i Den herbergier een en al verbazing achter latend, zette de voerman van de kar des doods zijn paarden aan, terwijl Armand, zijn hart van vreugde vervuld, te hooren kreeg hoe zijn broer want de voerman was niemand minder dan markies Rodineaux er in was geslaagd aan zijn vervolgers te ontkomen. „Het was niet zoo moeilijk als het wel leek, Armand,” vertelde hij terwijl zij door de straten I 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 14