sas
V - 9
VI
5 I
L
1
j
dat erbij in de courant
arme jour-
Olga
bleek, doch met
liep
bijouteriezaak niet
Ook de Arabische vrouw kan een bijouteriezaak niet voorbijgaan zonder eerst eenige verlangende
blikken in étalage te hebben geworpen, getuige dit tafereeltje, dat onze reizende fotograaf in
Algiers op de gevoelige plaat vereeuwigde.
haarzelf en haar
maakte aanteeke-
„Hallo, Jim,” riep een van hen tot den chauf
feur, „stop eens even en laten we eens zien,
wat hier te koop is.”
De wagen stond stil en even later klonken
allerlei grapperv en vleitaal Kathy in de ooren.
„Hallo, juffie; pas op, dat we je camera niet
breken. Waag het er maar niet op!”
Kathy deed haar best onverschillig te kijken;
ze beschouwde het troepje met afkeer. Ze zette
een plaat in en deed zoo vlug mogelijk haar
werk. Daarna liep ze op den auto toe en vroeg
het geld en het adres, wat weer aanleiding tot
veel misplaatste grapjes was.
„Lomperds,” mompelde ze toen ze vertrokken
waren.
's Middags kwam Olga informeeren hoe de
zaken gegaan waren en ze toonde haar vol
trots het ontvangen geld.
Aan het eind van de week maakten de meisjes
de rekening op; het was een groote tegenvaller^
„Op deze wijze zullen we nooit fortuin
maken," zei Olga ontevreden. „Nog geen vijf
tien gulden en daar moet het geld van de platen
en andere onkosten nog van af.”
„Nu ja, je moet in elke zaak eerst naam
maken," troostte Kathy. „Je kunt niet dadelijk
zooveel verdienen! Ik wacht eerst nog een
tweede week, voordat ik begin met klagen.”
Den volgenden dag was het Olga’s beurt om
met de camera de wacht te houden.
Het was nog vroeg in den morgen toen een
jonge man op een motorfiets kwam aanrijden.
„Wat rijdt hij snel! Hij zal stellig ons bord niet
zien," dacht Olga.
Doch ze vergiste zich; wamt bij het witte
huisje minderde hij zijn vaart, stopte en
op haar toe.
„Ik ben in dienst van de „Daily Gazette”,
sprak hij beleefd, „en kwam hier toevallig voor
bij; ik heb uw aankondiging gelezen en het wil
mij voorkomen, dat het wel aardig zou zijn,
hierover eenige regels in de courant te laten
zetten. Misschien wilt u zoo vriendelijk zijn mij
eenige détails te verschaffen.”
Olga was verrukt over dit voorstel. In de
courant! Ze zouden bekend worden en naam
maken! Wat zou Kathy wel zeggen, als ze het
hoorde!
Ze vertelde hem alles over
vriendin en de jonge man
ringen in een boekje.
„Misschien wilt u mijn portret maken?” vroeg
KIJKJE IN DE HOOFDSTRAAT VAN KAWALLA, een havenstad in Griekenland tegenover het
eiland Thasos gelegen. Zooals onze lezers weten, is Kawalla vooral bekend als de uitvoer-
haven van een beroemd tabaksdistrict.
hij. „Dan kunnen ze
zetten.”
Blij stemde Olga toe. „Ik hoop, dat het goed
zal worden," zei ze ernstig, terwijl ze het toe
stel richtte.
„En nu wilt u me misschien wel uw naam
en dien van uw compagnon zeggen,” besloot
de jonge man.
Olga aarzelde. Hoe zou mevrouw Graham
daar over denken? Als men zich eens den heer
Graham herinnerde en er iets over in het stukje
schreef? „Ik geloof, dat het beter is, dat ik u
die niet zeg,” antwoordde ze.
„Zooals u wilt. U behoeft mij de foto niet
te zenden; want ik kom overmorgen hier weer
voorbij en neem ze dan meteen mee.”
Ze scheidden als goede vrienden en
riep vlug haar vriendin om haar het groote
nieuws te vertellen.
„Als hij werkelijk alles in de „Daily Gazette”
zal laten opnemen, is ons fortuin gemaakt. En
hij was zoo n bijzonder lieve man, Kathy. Ik
wou, dat je hem ook hadt gezien.”
Kathy nam de plaat mee naar de donkere
kamer, ’s Avonds was ze droog en maakte ze
er een afdruk van.
Een kwartier later kwam ze
schitterende oogen uit de kamer. Zonder zelfs
haar hoed op te zetten, liep ze den tuin door
en holde naar de pastorie.
„Olga," hijgde ze, „die jonge man was Cyril!
Ik herkende dadelijk zijn gezicht op de foto.”
„Lieve hemel; wat een geluk, Kathy!”
„O, Olga, ik geloof niet, dat ik ’t zal kunnen
dragen,” fluisterde Kathy, terwijl ze in schreien
uitbrak. „En misschien is hij wel getrouwd!
Wat moet ik beginnen?"
Olga sprak haar moed in en twee dagen later
zat Kathy reeds ’s morgens vroeg aan het ven
ster in de huiskamer, die op. den straatweg uit
zag. Ze had haar mooiste japon aangetrokken
en zag er allerliefst uit.
„Heeft hij niet gezegd, hoe laat hij zou
komen?” vroeg ze zeker wel voor de tiende,
maal.
„Neen. Hij heeft geen uur bepaald.”
Den heelen morgen wachtte ze vergeefs en
toen het drie uur werd, had ze alle hoop, hem
terug te zien, opgegeven. Maar tien minuten
later kwam een fiets den hoek om en ze voelde
oogenblikkelijk, dat hij er zijn zou. Hij stopte
voor het huisje en legde zijn fiets in het gras.
Daar kreeg hij Kathy in het oog.
„Kathy," fluisterde hij en aan den toon van
zijn stem bemerkte ze, dat hij nog van haar
hield.
Hij liep op het huisje toe.
„Cyril!" was alles wat ze kon uitbrengen.
Over het kozijn van het venster vatte hij
haar beide handen.
„En ik dacht, dat ik je nooit meer terug zou
vinden," mompelde hij.
„En. ik meende, dat je me hadt vergeten.”
Ze kusten elkaar; maar plotseling week hij
terug en zijn stem werd hard.
„Kathy, ik ben nog steeds een
nalist," zei hij.
„En ik een arme fotografe!” lachte ze.
„O, hoe gelukkig, Kathy, nu kan ik voor je
werken; voor jou, m'n vrouwtje."
Hij kwam door het venster de kamer binnen
en veel hadden ze elkaar te vertellen
„Hoe goed was het, moeder, dat ik trachtte
zelf wat te verdienen,” zei Kathy dien avond
aan haar moeder, nadat zij haar het groote
nieuws had verteld. „Maar voor een groot deel
hebben we ons geluk aan Olga te danken, want
zonder haar initiatief was Cyril nooit mijn ver
blijf te weten gekomen."