0
p
T
5
T
D
E
I
I
t
r
d. Sommen, Bussum)
het meest bewon-
1
t
zelf: je gelooft
j
mijn
zie
e
1
Achter de coulissen.
I
a
n
r
a
e
t
ik kan niet begrijpen, dat
meer weet. Waar heb je het
se weten wilt dat
precies veertig gulden ge-
„Wat is het, dat een man
dert in vrouwenkleeding?”
„Nou, dat is nogal glad, dunkt mij. De vrouw
natuurlijk!”
De uitzondering.
Harry: „Nietwaar, zeg nou
niet iets, vóórdat je het ziet?”
William: „En dan nog niet! Ik
vrouw iederen dag!”
(Foto w. v.
GRAPJES.
Ie Acteur: „Je een tientje leenen? Kijk eens,
kerel, ik zou 't met alle soorten van genoegen
doen, als ik zeker wist, dat je ze mij terug
betaalde.”
2e Acteur: „Je kunt mij gerust vertrouwen,
amice. Aan het slot van het tweede bedrijf steel
ik twintig duizend gulden uit de brandkast.”
„En toch ben ik slechts, zooals je denkt, dat
ik ben wat ik in jouw oogen schijn te zijn.’
.„Maar je begrijpt niet...” begon Lydia. Toen
vloog de deur open en het dienstmeisje snelde
de kamer binnen.
„O mevrouw, hier zijn uw parelen! Bij slot
van rekening heeft de dief ze nu toch niet ge
kregen. Het viel mij plotseling in, dat ze mis
schien achter het laadje van de toilettafel kon
den gevallen zijn. Daarom ging ik ze zoeken en
zie ik heb ze gevonden!” Ze hield het parel
snoer omhoog.
Toen ze weer alleen waren gebleven, zag Pim
zijn vrouwtje lachend aan.
„Nu, Lydia,” zei hij; „wat zul je doen? Zul
je ze wegwerpen?”
„Natuurlijk niet, Pim,” antwoordde ze. „Hoe
kun je zulke afschuwelijke dingen denken? Je
kunt onmogelijk het verschil zien. Bovendien,
als ik zeg, dat het echte parelen zijn, dan zijn
ze echt.”
Overgelukkig trok Pim zijn vrouwtje in de
armen. Wat was hij blij, dat zijn geneesmiddel
zoo n goede uitwerking had gehad en ook
houden zou. Want dat haar vreugde van blij-
venden aard zou zijn, daarvan was hij thans ten
volle overtuigd.
„Er valt niets te verklaren,” antwoordde Pim
kalm. „Ik weet niet meer, wat het halssnoer
heeft gekost en ik heb de kwitantie verloren.
En ik heb je reeds gezegd, dat het niet speciaal
verzekerd was, zoodat we er niets voor terug
kunnen verlangen. Welke verklaring wensch je
nog meer?"
„Ik wensch te weten, wat er achter je hou
ding schuilt,” zei Lydia. „Waarom ben je zoo
geheimzinnig met dat halssnoer? Het heeft je
stellig veel gekost en i
je den prijs niet
gekocht?”
„Bij Farming."
„Hoeveel heb je er voor betaald?”
„Dat zal ik je niet vertellen!”
Een oogenblik zagen ze elkaar zwijgend aan.
Toen barstte Lydia in tranen uit en viel snik
kend op de sofa.
„Je houdt niet van me,” schreide ze; „anders
zou je me het wel zeggen.”
Pim ging naar haar toe. „Kom, vrouwtje,
huil niet zoo; dat is 't niet waard," suste hij
haar.
„Zeg het me dan." hielci Lydia aan.
„Goed,” sprak hij rustig. „Als je niet meer
schreit, zal ik het je zeggen.”
Dadelijk droogde Lydia haar tranen en ging
rechtop zitten. „Nu, ik luister."
„Als je het dan per
parelsnoer heeft me
kost.”
„Veertig gulden!” riep Lydia uit.
„Veertig gulden,” herhaalde Pim.
„Maar hoe kunnen... voor veertig gulden...
die parels... echt zijn?”
„Ze waren niet echt,” zei Pim koel. „Het
waren kunstparelen. De man in den winkel zei,
dat slechts een expert het verschil zou kunnen
zien; en niemand heeft het ook gezien.”
Lydia zag zeer bleek. „Kunstparelen! Dan
was hetbedrog!”
„Ik weet niet, wat je daarmee zeggen wilt,”
zei Pim.
„Ik bedoel dat je me hebt bedrogen en
mij iedereen hebt laten bedriegen!”
„Je kunt er dien uitleg aan geven,” antwoord
de Pim. „Maar luister eens, vrouwtje, dan zal
ik je eens iets zeggen. Toen ik die parels voor
je kocht, was het niet mijn bedoeling, je te be
driegen integendeel ik wilde je een plezier
doenZe wilde hem in de rede vallen,
maar hij hief zijn hand op. „Ik wilde je n ple
zier doen," vervolgde hij, „omdat ik wist, dat je
wat prettigs noodig hadt; iets, dat je uit je
sombere stemming zou halen. Ik meende, dat
een parelsnoer die macht zou hebben en het
was zoo. De vreugde, die je gevoelde, was
echte vreugde; het genot, dat het snoer je gaf,
was echt. En nu ben je door een ongelukkig
toeval te weten gekomen, dat de parels niet
echt waren. Dat kan toch de vreugde, die je
hebt gevoeld, niet minder echt maken; noch
het genot iets minder werkelijkHerinner
je je, dat je me hebt gezegd, dat wat je het
meest op prijs stelde, was, dat ik er aan had ge
dacht. het snoer voor je te koopen? Maakt de
waarde van het geschenk eenig verschil uit bij
die gedachte?”
Lydia zag hem aan, doch ze zei niets.
Lydia,” zei hij en hij strekte zijn handen
naar haar uit, „veronderstel eens, dat je plotse
ling tot de ontdekking kwam, dat ik niet was,
zooals jij je mij hadt gedacht, zou je mij dan
opgeven?"
„Neen, Pim,” antwoordde Lydia eenvoudig;
„ik geloof niet, dat ik dat nu zou kunnen.”
„Mijn vrouw heeft mij gemaakt tot wat ik
thans geworden ben,” sneed mijn buurman op.
„Wees een vent,” zei ik, „en gooi alle schuld
ridderlijk op jezelf.” Hij groet mij niet meer,
helaas!