I 8 i 'i€ w fis? „Ik HET TEMPELTJE VAN AESCULAPIUS IN DEN VIJVER VAN DE VILLA UMBERTA TE ROME. GRAPJES. 1 ’I I d 7 - 1 sloeg- andermaal heur r je mij meer je naar 1 leg-de i staarde peinzend je inwin?" een I ruk met om. een wel?” het hier te visschen!” den Ge- ik dacht, l 1 i r I i t Gids: „Gaat u niet naar den top De beroemde zesdubbele echo i dubbel.” Toerist: „Hoe zit dat?” Gids: „In den drukken tijd paar mannetjes bij.” s i i i i t t r i i t i t je bestem- aan jou huis vervolgde er zoo minuten hier eenige minuten weer vroeg „Ma het liever doen.” Pamela wendde „Waarom?" „Ikik zou I de Willy halstarrig. steeds in het vuur thuis was. ik nam hem weggenomen!” riep Pa ige ■ke :aam zei, terwijl ze haar middel van het en ze trad op Willy I I nemen wij er een naam en adres geven?” haar schrijftafel ging, terugkomen, om „Dat zou ik en op Willy’s schouders. j? te doen,” zei ze daarop, i daarom wil ik je graag helpenmaar hebt toch niets voor me verzwegen, is het „Vader, wat beteekent dat, het „Gele vaar"?” „Dat beteekent, dat er een bananenschil op het trottoir ligt.” „Ik kwam voorbij. Ik kwam u vragen ot u mij aan werk kon helpen. De deur van uw slaapkamer stond open. Ik belde, maar werd niet opengedaan. Daarom ben ik naar binnen gegaan. Ik dacht, dat er niemand Toen zag ik den ring liggen, en weg. Toen ben ik flauwgevallen.... waarschijn lijk omdat ik het nog nooit eerder had gedaan nog nooit eerder had gestolen! Uw aanbieding ontroerde mij plan, wanneer u ring ergens neer zoudt vinden, en uw aanbod zoo maar voor mijn zusje, maar ik durfde niet. Ik had u bedrogen, u bestolenen ik had u nooit meer onder de oogen durven komen! Daarom schrijf ik u dit en doe den ring in de envelopIk zal echter nooit vergeten, hoe goed u voor mij is geweest.... Ik ben blij, dat u rijk bent en gelukkig, want u verdient het..” Pamela had tranen in haar oogen toen ze den brief gelezen had. Als van verre hoorde zij Willy’s smeekende stem: „Mag ik nu terwille van Annie naar huis gaan?” De filmster wendde zich om en keek eenii oogenblikken zwijgend naar het behuilde, bleel gezichtje van het meisje vóór haar. Langzi schudde ze toen haar hoofd en - op haar toetrad en een arm om sloeg: „Neen! Ik laat je niét gaan! Je hebt wat beters verdiend! Ik ga met jou mee.... naar Annie! We zullen samen voor je zusje zorgen....’ i van den berg? is nu twaalf- over, ofhet politiebureau.” „Neen, niet naar het pi ly uit, en ze begon te hi wacht op meZe zou het niet overleven, als ik dat moeten weten?” vroeg Willv, maar ze zei het fluisterend en veel te laat, als een actrice, die haar wachtwoord is vergeten. „Jij hebt dien ring mela uit. „Ik?” „Ruth i laten komen, toen we je vonden,” Pamela. „Ik weigerde echter. Je zag meelijwekkend uit, terwijl je hier lag. Ik kon De man die toekijkt: „Is visschen eigenlijk geen vervelende bezigheid?” Visscher: „O nee, ’t is juist heel opwindend voor mij.” „Hoezoo?" „Ik heb geen vergunning om mij geweest. Ofschoon ik impulsief ben, ben ik toch ook zakelijk. Ik zal daarom eerst moeten onderzoeken, of je het verdient, dat ik je help.” Ze zweeg en vestigde haar groote bruine oogen vragend op Willy. Toen zei ze: „Zou je een dergelijke betrekking prettig vinden?" „Prettig vinden?" herhaalde Willy. „Ik zou zielsgelukkig zijn, maar ik weet, dat het on mogelijk is!” „Waarom? Ben je bang, dat de informaties niet goed zullen zijn....’ „O neen, dat niet....” Willy zweeg abrupt en handen voor haar gezicht. „Is er dan misschien nog iets, wat zoudt willen vertellen?” vroeg Pamela. Willy schudde haar hoofd. „Er is niets te vertellen.” „Je wilt zeker vanavond nog terug zusje?” ,3a.... ik moet wel, ziet u. Een dochter van mijn hospita een lief meisje zou op haar passen, zoo lang ik weg was. Ik moét dus wel naar huis.” Pamela stond op. „Mijn auto zal je naar je bestemming brengen,” zei ze. „Ik zal even tele- foneeren. Ze stond op, bleef aarzelend staan toen haar handen op „Ik heb erg met je „en J- 1 je I wel?” Alleen het topje van Willy’s hoofd was zicht baar en ze schudde het zóó gering, dat het bijna onmerkbaar was. „Het duurt wel eenige minuten, alvorens de auto hier zal zijn,” zei Pamela. „Ga zoo lang bij den haard zitten. Denk intusschen maar eens na over mijn aanbod.” Ze zweeg en bleef nog even wachten. Willy keek niet op. Pamela haalde haar schouders op en zuchtte, maar ze deed het zóó, dat Willy het niet zou hebben gezien, al had ze gekeken. Daarop begaf Pamela zich, naar de hall om te telefoneeren. „De auto zal binnen een paar zijn," zei ze, toen ze na c in de slaapkamer terugkeerde. Willy zat bij den haard en in het vuur. „En?" vroeg Pamela, „vind je het wérkelijk goed, dat ik informaties naar je inwin?" „Ja,” antwoordde Willy. „Wil je mij dan je g ze, terwijl ze naar lag ik misschien morgen u te geven?” vroeg Willy. zich vroeg ze. het prettiger vinden,” antwoord- Ze staarde nog steeds in het vuur en Pamela zweeg zoo lang, dat Willy op het laatst wel ge noodzaakt was op te kijken en de onderzoeken de blikken van de filmster te ontmoeten. „Vindt u het goed?” vroeg ze aarzelend. „Neen, ik vind het niét goed,” antwoordde Pamela. „Als je eenmaal bent weggegaan, zal ik je nooit meer terugzien.’’ Verbaasd staarde Willy haar aan en Pamela begon te lachen. Het was een zonderlinge lach. „Ik begrijp nu, wat een dwaas ik ben ge weest,” zei ze. „Ik heb je een schitterende kans gegeven. Ik had zoo gehoopt, dat je zoudt be kennen.” „Bekènnen?” herhaalde Willy, één en al ver bazing. „Jij moest eigenlijk aan de film zijn inplaats van ik,” riep Pamela. „Bekènnen, ja, dat zei ik. Ik heb je een mooie kans gegeven. Als je ook maar een greintje eergevoel bezat, zou je hebben bekend. Toen ik vanavond naar de stu dio ging, heb ik een diamanten ring op mijn toilettafel laten liggen „Hoe zou u was zoo goed. Ik was van even de kamer uitging, den te leggen, waar u hem later dan weg te gaan. O, ik had graag aangenomen, ai was het bedrogen, raadde mij aan, direct de politie te Pamela. „Ik een velletje papier er uit en terwijl haar dia manten ring op den grond viel, las ze: „Ik kwam voorbij. Ik kwam u vragen of 1 van maar het niet over me verkrijgen. Ik wilde, dat je mij de waarheid zoudt vertellen de heele waarheid. Ik vertelde je dien leugen maar, om je op je gemak te stellen. We vonden je niet op de bank in den tuin, maar hiér, op den grond." Haar oogen schitterden toe. „Ik zei je, dat mijn auto je naar ming zou brengen,” zei ze. „Ik liet het -, welke bestemming het zou zijn: je lolitiebureau!" riep Wil- luilen. „NeenAnnie ik vannacht niet thuiskwam. Ik....” „Geef mij den ring terug!" zei Pamela. „Je hadt vóór dien tijd aan je zusje moeten den ken. Ik heb je de gelegenheid gegeven om te bekennen. Ik....” Ze zweeg. Buiten klonk het signaal van auto. „Ik zou je hebben vergeven, indien je alles eerlijk hadt bekend," vervolgde Pamela. „De hemel alleen weet, hoe sterk de verleiding voor je was. Ik weet hêt niet. Ik ben nooit in jouw omstandigheden geweest en ik mag dus niet over je oordeelen. Daarom heb ik geprobeerd je te begrijpen, en heb ik je een kans gegeven ik wilde niet hard voor je zijn, omdat ik dacht, dat je mij alles wel zoudt vertellen. Ik wilde je helpen. Ze keerde zich om en lachte. „Het was ver spild aan je!” riep ze. „Je weigerde mij je adres te geven, omdat je dien ring wilde houden. Je was niet van plan morgen terug te komen.” Plotseling deed ze een stap naar voren en greep Willy bij de pols. „Je was niet teruggekomen, is vroeg ze. Willy schudde haar hoofd. „Neen," antwoordde ze langzaam. „Maar. „Maar?" herhaalde Pamela. „Wat valt er nii nog te zeggen? Niets! Een meisje, dat gedaan heeft wat jij deedt, is niet te helpen. Ik kan geen medelijden met je hebben. Ik had gehoopt, toen ik terugkwam van het telefoneeren, dat mijn ring weer op zijn plaats zou liggen en dat je mij de waarheid zoudt vertellen „Ik hoopte, dat u vergeten was, dat u ring daar hadt laten liggen," stamelde Willy. „Ik had hem willen terugleggen, maar dat u het dan zoudt merken Pamela viel haar in de^rede. Ze zag bleek en haar mondhoeken trilden van ingehouden ver ontwaardiging. „Het politiebureau,” riep ze. „Je liegt begin tot het eind!" „Ik héb niet gelogen!" riep Willy uit. „Kijkt u maar in dat laatje daar! In dat rechter laatje!” Pamela staarde Willy eenige seconden ver baasd aan. Toen wendde ze zich plotseling om en trok het bewuste laatje open en vond er een envelop in. Met bevende vingers haalde ze

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 7