t
I
I
n L
-I
I
g
I i
b
TX
■i ja
De strenge blik van den Afrikaanschen Oorgier.
jongen Afrikaanschen Kroon-adelaar
De wreedheid
4
I
1.
De verwondering
over
van een
de hem omringende wereld.
De verstandelijke blik van den Schoensnavel.
gebak
/d<?rDïaren
van den Bengaalschen Koningstijger.
I
al
'Q