10
tadel had een Spaanse bezetting (Portugal was
van 1580 tot 1640 in een personele unie met
Spanje verenigd) en de commandant liet beslag
leggen op het schip. Bij doorzoeking van het
schip werden de edele metalen en juwelen aan
getroffen.
Baute wist echter de met het onderzoek be
laste Portugese ambtenaar om te kopen, zodat
het schip weer werd vrijgegeven, tegen de wil
van de commandant. Nu moest men langs de
citadel zien te komen. Baute regelde een es
corte met soldaten en vertrok pas 's avonds,
zodat de commandant het bij enige niet ge
richte kanonschoten moest laten. God de Heer.
schreef Baute, die lof en dank zij, bewaarde ons
voor ongeluk, want waren wij door den gouver
neur gearresteerd, het zou er bedroefd hebben
uitgezien, want van wege de kroon van Spanje
waren wij zeer vuil, zoo in het medenemen van
goud en zilver, en daarenboven zouden onze
boeken ons leelijk beklapt hebben, wat bij de
portugesen zoo boog niet opgenomen iverd.
Wederwaardigheden in Frankrijk
Hiermee waren de beproevingen nog niet ten
einde. Bij Olonne aan de zuidwestkust van
Frankrijk werd het schip voor een Turkse zee
rover aangezien en vanaf de kust met musket
ten en kanonnen beschoten. Het schip moest
ook vele gevaarlijke zeeëngten passeren. Den
26 augustus passeerden wij het vreesselijk en
verschrikkelijk ras van Fontenay7 al roeijende
met zeer donker wolkachtig weer, zijnde een
passage daar alle schippers en reizende lieden
op de knieën vallen, God biddende voor onge
lukken te willen bewaren, alzoo daar veel sche
pen komen te vergaan door de velociteit van de
zee en de klippen. Bij Le Conquet onder Brest
nam men provisie in. Hier viel de kooplieden
een vriendelijke ontvangst ten deel. Bij vertrek
werden ze zelfs uitgeleide gedaan in een op
tocht met trommels en pijpers, die met zesen
dertig saluutschoten vanaf het schip werd be
antwoord.
Bij de verdere reis werd het gevaar van ka
perschepen steeds groter. Een Engelse kaper
wist men te ontlopen door dicht langs de kust
van Bretagne te varen, maar bij St. Malo kwa
men Franse en Hollandse oorlogsschepen in
zicht. De tartaan kon niet ontkomen, zodat al
leen nog het afvuren van het geschut redding
kon brengen. De oorlogschepen staakten
hierop de achtervolging en het schip bereikte
veilig Boulogne en vervolgens Calais. Hier
werd de 20.335 pond varinas-tabak verkocht
tegen gemiddeld zes gulden, zodat het aanvan
kelijk kapitaal door deze transactie werd ver
dubbele!. Ook andere goederen gingen voorde
lig van de hand, zodat het vertrek uit Spanje
ook in commercieel opzicht een succes was.
Gezicht op Oostende
tijdens de belegering
in 1604.
Naar Braun en Ho-
genberg a. w.
Rechtsboven:
Gezicht op Antwer
pen.
Gravure in Theatrum
Praecipuarum Urbi-
um Ducatus Braban-
tiae, 1660.