32
ARCHEOLOGIE
ci tot-éi
TDnlXY'S*
r^jjjtÜn
(j> y' 11 at t oA-Ju
X if Tg: i>~.
jfC jyosi €x> ijJ^zlsz t-1. (St. -i s^.
tj'11 i tZ. &L<o-71/-
C'l i 'Xs
Karton waarop ooit twee fibula 's, gevonden op het
strand te Domburg, waren bevestigd.
Het grootste deel van de oude collectie van het
Zeeuws Genootschap is in 1972 overgegaan
naar een in het Abdijcomplex gehuisvest nieuw
museum, het Zeeuws Museum. Wat daar door
ruimtegebrek niet geëxposeerd kon worden -
en dat was heel veel - is inmiddels opgenomen
in het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten
op de Balans 17 te Middelburg.
De verhuizing naar het Abdijcomplex is vanuit
museumstandpunt een grote vooruitgang ge
weest. In de moderne, goed verlichte vitrines
komen allerlei objecten beter tot hun recht en
is bovendien een goede conservering van ver
gankelijk materiaal door een constante tempe
ratuur en lage luchtvochtigheid verzekerd.
De bijna mystieke sfeer rond de eeuwenoude
overblijfselen van onze 'Zeeuwse' voorouders
in het voormalige museum van het Zeeuws Ge
nootschap is echter verdwenen. Ons resten de
met de hand geschreven 'Doorlopende lijsten
van neschenken' en 'Inventarisboeken'. Voor
Gravure uit de beschrijving van de Domburgse
vondsten door Rethaan Macaré (1838) In het
midden de fibula die op het links afgebeelde kar
ton was bevestigd.
degenen die het kleine nog kunnen waarderen,
vormen vergeelde kaartjes waarop niet door het
daglicht verkleurde, lichtere plekken voorko
men van voorwerpen, die er zorgvuldig met
garen op waren bevestigd, een aardige herinne
ring; op de kaartjes zijn door de vroegere con
servatoren van de 'Steenen kamer' in hun ka
rakteristieke handschrift nuttige toelichtingen
geschreven. Gelukkig is zeer veel kennis over
de Zeeuwse bewoningsgeschiedenis en over
de, wat in modern jargon 'materiële cultuur'
wordt genoemd, vastgelegd in de nog veel ge
raadpleegde 'Verslagen der Steenen kamer'.
Deze verslagen zijn te vinden in het Archief,
vroegere en latere mededelingen voornamelijk
in betrek,king tot Zeeland, uitgegeven door het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
De 'Steenen kamer' (ook wel 'Steenenkamer'
geschreven) is omstreeks 1882 van de afdeling
'Oud- en Zeldzaamheden' afgesplitst. De
nieuwe afdeling werd in 1888 ondergebracht in