SIGNALEMENTEN
40
SIGNALEMENTEN
Coo-Wijgerinck, Mechteld de; Otto S. Lankhorst
Jan Roes (red.). De gezegende pers. Aspecten
van de katholieke persgeschiedenis in Nederland
tijdens de 19de en 20ste eeuw. Zeist: Kercke-
bosch bv, 1989- KDC Bronnen Studies, 20.
376 blz.
Hoewel de bundel De gezegende pers niet meer
zo recent is, lijkt het toch wenselijk er de aan
dacht op te vestigen omdat ook aan de
Zeeuwse katholieke persgeschiedenis aandacht
besteed wordt. De als deel 20 in de reeks Bron
nen Studies van het Katholiek Documentatie
centrum te Nijmegen verschenen bundel bevat
bijdragen van 22 auteurs over diverse onder
werpen, gerangschikt in de rubrieken 'Nieuws
en geschiedenis', 'Journalisten en redacteuren',
'Landelijke pers', 'Regionale pers' en "Week- en
maandbladen'. De aanleiding tot het samenstel
len van de bundel was het verschijnen van het
eerste deel van de Bibliografie van Katholieke
Nederlandse Periodieken BKNPover welke
onderneming Otto Lankhorst uitvoerig verslag
doet (p. 13-36). De BKNP, die ook on-line toe
gankelijk is, zal bij voltooiing vijf delen omvat
ten en een belangrijke complementaire functie
hebben naast de CCP en de CCD (de centrale
catalogi van periodieken, resp. dagbladen).
Eveneens van Lankhorst is een goed gedocu
menteerd opstel opgenomen over de katholieke
dag- en nieuwsbladen in Nederland tot 1940 (p.
37-72) met als bijlage (p. 73-83) een overzicht
van de 299 geïnventariseerde bladen. Uit de
provincie Zeeland wordt een aantal katholieke
bladen vermeld: de Nieuwe Zeeuwsche
Couranthet Dagblad van Zeelandhet Hulster-
blad, Zelandia, het Land van Hulst, de Schelde-
bode en de Zeeuwsche koerier.
Het Dagblad van Zeeland, dat opgegaan is in
het Dagblad van Noordbrabant en Zeeland,
krijgt vrij uitvoerig aandacht in het artikel van
Jan Brouwers over 'De journalistieke charges
van Albert van de Poel' (p. 129-142), de hoofd
redacteur van genoemd blad, die als Vlaams ac
tivist uit de Eerste "Wereldoorlog moest uitwij
ken naar Nederland en hier een journalistieke
carrière begon. Het actievoeren had hij niet ver
leerd: ook zijn dagblad gebruikte hij graag voor
politieke campagnes. Dat hij daarbij niet de
juiste kijk had op de ware aard van het natio-
naal-socialisme heeft ertoe bijdragen dat zijn rol
na de Tweede "Wereldoorlog was uitgespeeld.
Het boek bevat een index (p. 370-376) en
een literatuuropgave betreffende de katholieke
persgeschiedenis (p. 10-11).
PJV
Nescio J.H.F. Grönloh], De uitvreter. Histo-
risch-kritische uitgave met commentaar over de
genese van verhaal en verhaalfiguur, verzorgd
door Lieneke Frerichs. Deel 1: Teksten; dl. 2:
Apparaat. Assen enz.: Van Gorcum, 1990. Mo-
numenta Literaria Neerlandica, IV. 165 356
blz.
In deze ook als Utrechtse dissertatie verschenen
teksteditie van het bekende verhaal De uitvreter
van Nescio wordt uitvoerig het ontstaan van
deze tekst nagegaan en becommentarieerd. Lie
neke Frerichs heeft alle snippers papier en an
dere bronnen bijeen gezocht en gerangschikt
volgens de richtlijnen van de moderne tekstedi
tietheorie en -praktijk.
Bij het ontstaan van deze uiteindelijk in de
Nederlandse literatuurgeschiedenis bijzonder
gewaardeerde tekst van De uitvreter is voor
Zeeland, met name voor Veere, een belangrijke
rol weggelegd (zie m.n. deel 1, p. 135-152). Eén
van de manuscripten die deel uitmaken van de
tekstgeschiedenis, 'Japie stond op 't zuider-
hoofd', is waarschijnlijk tot stand gekomen in
de Campveerse Toren.
In een van de volgende nummers van Zee
land zal mevrouw Frerichs naar aanleiding van
haar dissertatie dieper ingaan op de Zeeuwse
aspecten van De uitvreter
PJV
Gerarcline Maréchal, Johannes Duijkerius. Het
Leven van Philopater en Vervolg van 't leven van
Philopater. Een spinozistische sleutelroman uit
1691/1697 opnieuw uitgegeven en van een in
leiding en noten voorzien (Amsterdam 1991)
ISBN 90 5183 279 6.
In 1694 verscheen in Amsterdam een filosofi
sche (ideeën-)roman, het Vervolg van 't leven
van Philopater. Het was een anoniem werk,
evenals het zes jaar eerder verschenen succes
volle Leven van Philopater. Het Vervolg bracht
nogal wat opschudding teweeg, vooral onder
Hollandse dominees die de anonieme roman
herkenden als een dekmantel van verwerpelijk
Spinozisme. Kennelijk vonden de Amsterdamse