HET GEBRANDSCHILDERDE RAAM VAN DE REDERIJKERSKAMER TE VEERE Commissie Zelandia Illustrata 21 In 1979 verwierf het Genootschap een aantal gekleurde tekeningen op perkament als aan winst voor de Zelandia Illustrata. Blijkens de af gebeelde wapens hadden zij betrekking op Veere, maar een relatie tot personen, instellin gen of gebouwen kon niet direct worden vastge steld. Nader onderzoek heeft thans aan het licht ge bracht dat één van de perkamentschilderingen betrekking heeft op het rederijkersgilde te Veere. Het betreft een afbeelding van een gebrandschil derd raam dat dit gilde in 1589 in zijn kamer in het stadhuis liet aanbrengen. In de middeleeuwen bestonden te Veere twee rederijkerskamers: Missus Scholieren en St Anna kinderen. Zij leidden een kwijnend bestaan doordat zij weinig leden hadden en niet over renten of andere inkomsten beschikten. In 1530 besloot Adolf van Bourgondië, heer van Veere en Vlissingen, daarin verbetering te brengen door beide kamers samen te voegen'. De gilcle- brief van 3 juni 1530 waarmee hij dit effectu eerde, beschrijft zeer uitgebreid de rechten en verplichtingen van de nieuwe kamer2. Wie lid wilde worden van de broederschap diende daartoe een verzoek in te dienen bij de 'prince ofte dekens'. Deze zouden met de gegadigde 'de carte' lezen, zodat hij zou weten wat verbo den was. Ook moest hij zweren alle artikelen van de gildebrief na te leven. Debepalingen bestaan uit een lange reeks boeten voor over tredingen, waarmee we een duidelijk beeld krij gen van het interne funtioneren van de kamer en haar taak in de samenleving. Allereerst was er de zorg voor de eigendom men van de kamer. Op het te laat of niet terug brengen van de 'rolle', de tekst van de spelen, stond een boete. Kleren, boeken of andere zaken die de kamer toebehoorden mochten al leen met toestemming van de 'prince' worden geleend. Wanneer een priester van de kamer zijn eerste mis liet zingen of een gildebroeder trouwde en bij die gelegenheid een batement wilde laten spelen moesten zij dit drie of vier weken tevoren vragen. De rollen konden dan tijdig uitgedeeld en geleerd worden. De spelers moesten worden beloond met een schotel spijze en een stoop wijn. De gildebroeders waren verplicht de jaarlijkse feestmaaltijd bij te wonen en daags daarna de rekening te horen. Wie weigerde een geschil bij te leggen werd op bedevaart gezonden naar Onze Lieve Vrouwe van de Polder, het Maria-paneel in de kerk te Vrouwenpolder. Wanneer beide partijen weiger den, werd hun een bedevaart naar St Wille- brord te Westkapelle opgelegd. In verband met de afbeelding is echter het eer ste artikel van de gildebrief van bijzondere be tekenis. Dit luidt: In den eersten, sal 't geselschap van dezen twee Cameren maar een Camer ende geselschap zijn, hebbende tot bare patronesse onser Lieven Vrou wen bootscap, ende voor haar bloemen de Lelie ende Accoleije doer malcanderen spruitende uut eenen pot, ende totter divisen, Ln reijnder jonsten groijende; Ende deze rolle sal draijen doer de tacken van den bloemen, ende onder den pot een bardeken met a.b.c. ende sullen ge- naemt sijn Missus Scholieren. Hiermee wordt ons de betekenis van de afbeel ding duidelijk. Afgebeeld is de Annuntiatie aan Maria, Onze Lieve Vrouwe Boodschap, de pa trones van de rederijkerskamer. De Annuntiatie wordt beschreven in Lucas 1:26- 38. De engel Gabriël verschijnt aan Maria en kondigt aan dat zij zwanger zal worden van een zoon die zij Jezus zal noemen. Wanneer Maria zich verwonderd toont, zegt de engel dat de Heilige Geest over haar zal komen, waarop zij de boodschap aanvaardt met de woorden: 'Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord'. De Annuntiatie wordt in het kerkelijk jaar op twee verschilende dagen gevierd: op 25 maart en in de adventstijd op de woensdag na St Lucia (13 december). Deze laatste feestdag wordt, naar de tekst in de Vulgaat, 'Missus est angelus' genoemd. Hiermee wordt ons de naam Missus scholieren duidelijk. Missus is de verkorte aanduiding van 'Missus est angelus', de Annuntiatie. Scholieren is op te vatten als leerlingen, zodat de naam be tekent: de leerlingen van Onze Lieve Vrouwe Boodschap, parallel aan de naam St Anna kin deren, de kinderen van St Anna, de moeder van Maria. De woensdag na St Lucia was dan ook de grote feestdag voor de rederijkerskamer. De gilde brief zegt hierover:

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1991 | | pagina 23