maakt duidelijk hoe geïsoleerd men toen
leefde. De heer Leendertse vertelt hoe hij na de
rampnacht via een omweg Yerseke weet te
bereiken. Tot zijn verbijstering was daar alles
normaal: 'Daar reed gewoon de bus naar Goes.'
Wat de film tot een aangrijpend monument maakt,
is juist dat: het gevoel van alles en iedereen
verlaten te zijn en geen kant op te kunnen.
Het gevoel dat niemand wist wat er gebeurd
was. "Vijftig jaar later is de verbijstering en de
angst nog steeds te lezen op de gezichten van
sommige ooggetuigen', zegt Jos van der Burg
in Het Parool van 9 oktober 2002. Hij heeft
gelijk.
De film geeft de persoonlijke indrukken van een
aantal overlevenden weer. Voor wie het allemaal
niet zelf meegemaakt heeft, is deze film beslist
een aanrader. Voor hen die het wel meegemaakt
hebben, kan deze film de beelden die zij in
hun geheugen hebben, verwarren. Maar ik denk
dat de film ook een hulpmiddel kan zijn bij de
verwerking ervan.
A.H.L. Huiskes
Hans Beukema, De Orkaan van 1953. Redders
trotseerden natuurgeweld.
De auteur vestigt met dit boek de aandacht op de
inzet van de varende redders. Dat waren niet
alleen de bemanningen van kustreddingsboten,
maar ook de particuliere varende hulpverleners,
zoals vissers, binnenschippers en punters uit
Giethoorn. Schouwen-Duiveland staat hierbij
centraal, omdat daar de hulp slechts via het
water kon komen.
Beukema volgt bij zijn beschrijvingen de baan van
de orkaan, die vanaf Schotland over de Noordzee
het water opstuwde naar de Nederlandse kust,
en met name het deltagebied in het zuidwesten
binnendrong. Hij behandelt eerst de dramatische
gebeurtenissen in de Ierse Zee waar de veerboot
Princess Victoria ten onder ging en 133 mensen
verdronken. Enkele tientallen opvarenden werden
gered. Op de Noordzee verkeerden veel schepen
in nood, waarvan de posities op zee vaak
onduidelijk waren. In het verslag worden alle
wederwaardigheden van de hierbij betrokken
schepen successievelijk besproken. Schriftelijke
bronnen worden aangehaald en zeelui komen
zelf aan het woord. Dit levert een zeer pakkend
beeld op. Tegelijkertijd wordt het de lezer duide
lijk dat het onmogelijk is van een zo chaotische
toestand een doorlopend verhaal te maken.
Iedere noodtoestand heeft zijn eigen verhaal.
De aanpak van de auteur doet recht aan iedere
gebeurtenis en de mensen daaromheen, wat van
het boek een ideaal naslagwerk maakt.
De storm woedde langs de Nederlandse kust, talloze
schepen van allerlei nationaliteiten waren in
moeilijkheden, noodseinen volgden elkaar op,
schepen vergingen of liepen op het strand. Dwars
door deze angstaanjagende omstandigheden
voeren de reddingsboten om hulp de bieden,
zoals de Brandaris en de Prins Hendrik van
Terschelling, de Neeltje Jacoba van Umuiden,
de Insulinde van Oostmahorn en de President
Leis van Hoek van Holland. Ook andere schepen
waren erbij betrokken.
Langs de kust bleken de zeedijken niet bestand
tegen de vloedgolf en de zee overstroomde de
polders. Omdat de toch al nagenoeg ontbrekende
communicatiemiddelen ook nog deels uitvielen
en er geen sprake was van een centrale alarm
dienst, kwamen de eerste hulpacties van plaats
en buurtgenoten, van de plaatselijke brandweer
en politie. In Stellendam opereerde de reddings
boot Koningin Wilhelmina en op Goeree het
reddingsvlot Prinses Juliana. Ook uit Scheve-
ningen (de Prins Bernhard) en Harlingen
(de Dorus Rijkers) spoedde men zich naar het
rampgebied. Vanuit Breskens voer een vloot
van Urker vissersschepen via het Kanaal door
Zuid-Beveland naar Zierikzee. Engelse landings
vaartuigen met amfibievoertuigen, Usselmeer-
scheepjes, Scheveningers met slopen, kotters
uit Den Helder en Volendam, vissersschepen uit
Vlissingen: iedereen trachtte hulp te bieden.
38
Boekbesprekingen