Het probleem was dat men van elkaar niet wist wat
men deed. De vissersschepen waren alle uitgerust
met radiozendapparatuur en met behulp
daarvan werd een communicatienetwerk opgezet,
waardoor ook de autoriteiten in Den Haag via
Scheveningen Radio vanaf maandag 2 februari
een duidelijker beeld kregen van de toestand
op bet eiland Schouwen en de reddingsacties
onderling gecoördineerd konden worden.
Beukema schetst een levendig en duidelijk beeld
van de inzet van de redders en hun diverse
vaartuigen, waarbij vooral de rol van de punters
uit Overijssel met hun geringe diepgang en
handige personeel aanspreekt of die van de
Zeeuwse mosselboten, die met levensgevaar door
de dijkgaten voeren. Aan het eind van het boek
wordt de lezer nog een keer meegevoerd naar
de gebeurtenissen op de Noordzee en enige daar
vergane en vermiste schepen.
leder die geïnteresseerd is in het maritieme aspect
van de Ramp, kan in dit boek veel totnogtoe
onderbelichte details vinden. De auteur is erin
geslaagd de verwarrende hoeveelheid gegevens
toch nog enige structuur te geven, wat een
compliment waard is. De eindredactie heeft nog
een paar drukfouten over het hoofd gezien,
die bij een volgende druk gemakkelijk verbeterd
kunnen worden. Het boek is verlucht met een
geografische kaart en zeer veel foto's.
E.F. Molendijk-Dijk
Cor Heijkoop, Phoenix-caissons. Drijvende kolossen
voor vrede en veiligheid.
Eind 2000 werd in Ouwerkerk in een van de
Phoenixcaissons die gebruikt zijn bij het sluiten
van het laatste en gevaarlijkste dijkgat van 1953,
het Museum Watersnood 1953 geopend.
Het ligt dan ook voor de hand dat het museum
zijn eerste publicatie heeft gewijd aan deze
betonnen gevaarten. De aangewezen auteur
hiervoor was Cor Heijkoop, bekend publicist op
scheepvaartgebied en zoon van een sleepboot
kapitein die in 1944 hielp bij het verslepen
van de caissons.
Heijkoop beperkt zich uiteraard niet tot de rol die
de caissons bij het dijkherstel hebben gespeeld.
Hun geschiedenis begint in 1943, als een
ontwerp wordt gemaakt voor een invasiehaven
voor de kust van Normandië, de haven die in juni
1944 inderdaad bij Arromanches is gebouwd.
Een aantal van deze caissons werd gebruikt voor
de sluiting van de dijkgaten op Walcheren,
zoals in A. den Doolaards Het verjaagde water
uitvoerig is verteld. Ook bij de sluiting van de
Brielse Maas en de Braakman werden ze gebruikt.
Het sprak dan ook vanzelf dat men voor de
sluiting van de grote dijkbressen bij Kruidingen,
Schelphoek en Ouwerkerk deze sluitingsmethode
weer wilde gebruiken. Men had er immers
ervaring mee en er waren er nog voldoende
beschikbaar. Het gebruik van de caissons heeft
dan ook in belangrijke mate bijgedragen
tot het succesvolle verloop van het dijkherstel.
Ook bij de sluiting van het Veerse Gat in 1961,
de eerste primaire Deltadam, werden nog twee
Phoenixen gebruikt als landhoofden voor de
doorlaatcaissons.
Al deze gebeurtenissen worden door Heijkoop
behandeld. Hij is bij uitstek een verzamelaar van
gegevens. Hij heeft veel archiefonderzoek gedaan
en het boek staat dan ook vol met feiten en
cijfers. Om de menselijke noot niet helemaal te
vergeten, heeft hij ook herinneringen van oog
getuigen van de overstromingen van Walcheren
en Ouwerkerk opgenomen, maar deze, hoe
dramatisch ook, hebben eigenlijk weinig met
Boekbesprekingen
39