bepaald gebied was persoonlijke waarneming in
feite onmisbaar. Daarvoor was een gebruikelijke
methode het uitsturen van agenten naar het
andere gebied of het aantrekken van medewer
kers in dat gebied.
Voor de geallieerden was het van belang gebruik
te maken van de verzetsgeest in het door de
Duitsers bezette gebied, waar de bereidheid de
vijand afbreuk te doen, bij velen groot was.
Initiatief kwam wat Nederland betreft van twee
kanten. Al in 1940 werden in bezet gebied initia
tieven ondernomen voor het opzetten van spio-
nagegroepen, met meer of minder succes. Ook
vanuit Londen, waar de Nederlandse regering
een eigen bureau opzette, nam men initiatief en
nog in 1940 werd de eerste agent, Van Hamel, in
Nederland geparachuteerd. Later volgden andere
agenten. Vaak liep het mis en wisten de Duitsers
een aantal van hen te arresteren. Door gebruik te
maken van hun radiozendercode werden nieuwe
agenten in de val gelokt, het 'Englandspiel'.
Hoe werkte een inlichtingengroep? Mensen moesten
bereid worden gevonden om waarnemingen te
doen en daarover te rapporteren. Die rapportages
moesten worden verwerkt en er moest een weg
worden gevonden om ze bij de geallieerden,
in casu de betreffende dienst in Londen te doen
belanden. Van belang was informatie over Duitse
troepenposities en troepenbewegingen, maar ook
over geheime wapens, over inundatieplannen
en waterstanden, het treinverkeer en scheepsbe-
wegingen en over verdedigingswerken. Hoe kwam
je aan informatie en wat moest je waarnemen?
Niet ieder die zich daarmee ging bezighouden,
had een militaire achtergrond. Maar veel was
te leren. De waarneming moest worden georga
niseerd en het resultaat bewerkt voor verzending.
Voor die verzending was contact met, althans
een weg naar 'de overkant' noodzakelijk. In een
oorlogssituatie onder een bezettende macht die
de grenzen sloot, een moeilijke opgave. En de
risico's waren groot.
Figuur 3.
Kaart van de kust van Westkapelle. Johan Kodde, zoon van
de burgemeester van Zoutelande, verspreider van Trouw
en medewerker van de Groep Albrecht, was opzichter van de
Polder Walcheren. In die functie had hij toegang tot het
kustgebied. Zo kon hij een uitvoerige tekening maken van
de Duitse opstellingen aan de Westkapelse kust, waar de
geallieerden in november 1944 zouden landen. Coll. niod.