J0*'
eiana 12.2
'Kleding wit. Muts met witte kap en klep. Schoenen
met hoge slobkousen. Dit is een heilzame dracht
voor een "marsch" in deze streken. De wollen
deken met daarin gewikkeld een blauw hemd was
"en bandouilliere" over de schouder geslagen.
In de spekzak een wit hemd en broek en één
paar sokken, een rantsoen brood en spek voor
twee dagen. Het spek gewikkeld in een zakje
van zwaar zeildoek. De veldfles gevuld met
een aftreksel van koffy. In de patroonzak, (de
patroontas was achterwege gelaten), dertig, in
de spekzak bovendien nog twintig patronen
geborgen. Bovendien werd meegevoerd voor een
dag groene erwten met spek, een dag gort en
twee dagen genever en anderhalve dag water'.18
De opstandige Commendezen werden, na aanvan
kelijk veel tegenstand, verslagen en hun hoofd
plaats Kwassikrom werd door de aan Nederlandse
zijde meevechtende krijgers van Equaffo in
hun overwinningsroes in brand gestoken. De
bevolking bleek in grote haast het veroverde
krom te hebben verlaten:
'Wij troffen rokende vuren en massa's visch aan.
Grote en kleine prauwen, de grootste schat van
de strandneger, had men achtergelaten en
tezamen met pagaaiers en netten viel deze over
winningsbuit in onze handen. De oorlogsschepen
losten nog vele schoten, maar alle inlanders
bleken op de vlucht geslagen, er was niemand
meer in de huizen achtergebleven. Een langdurig
hoera kondigde de overmeestering aan. Het
overwonnen negerdorp bleek een welvarend
krom te zijn met grote huizen en hoge bomen.
Men zag overal welvaart en rijkdom.'19
lur 3.
Kaart van de kust' van Ghana. 'Schets der krijgsverrigtingen
der Marine landingstroepen en Afrikaansche bezetting,
inzake de bestraffing van het landschap Commenda, in de
jaren 1869 en 1870.'
zb, zdc, inv. nr. 1135-C5 (Archief Nagtg'las).
Het verlies aan mensenlevens onder de inboorlingen
was groot; overal werden lijken gevonden. Aan
Nederlandse kant waren vier doden te betreuren
en men telde 46 gewonden. Maar het prestige
van Nederland was aanzienlijk verhoogd en de
oorlogsbodems konden naar huis terugkeren.
De opbloei van de bezittingen waarop het moeder
land gerekend had, bleef echter uit. Door blijven
de schermutselingen tussen de inheemse volken
bleef de handel kwijnen en het begin van het
einde diende zich aan. Nagtglas zou er, als hij
hiervoor de tijd gekregen had, misschien in
geslaagd zijn de rust in de kolonie te herstellen,
maar de regering besliste anders. Een nieuwe
minister van Koloniën was aangetreden. Zijn
politiek was gericht op drastische bezuinigingen
op de koloniale uitgaven. Bovendien gingen
er in het parlement steeds meer stemmen op om
zich te ontdoen van het onrendabele bezit op
de kust van Guinea, leder jaar opnieuw, bij de
behandeling van de begroting van Koloniën,
werden de voordelen van het met Engeland
afgesloten 'Traktaat' scherp in twijfel getrokken.
Nog steeds overtroffen de kosten voor deze kolo
nie de baten vele malen. Door de minister wer
den, voorlopig achter de schermen, voorbereidin
gen getroffen om afstand te doen van de
Afrikaanse bezittingen en deze aan Engeland
over te dragen, in ruil voor uitbreiding van
Nederlands gezag op Sumatra.20 Na veel politieke
hindernissen overwonnen te hebben, werd in
1871 met Engeland het 'Goudkust Traktaat'
gesloten. Nagtglas stond nu voor de bijna on
mogelijke taak de Elmirezen met hun toekomst
te verzoenen en hen voortaan samen te laten
C.J.M. Nagtglas
67