ymnMBEJ keer gebruikt men een gedeelte van een reeds vertaalde Latijnse tekst als bron.4 De oudste gedrukte roman in de Zeeuwse Biblio theek, Die schoone ende die suverlicke historie van Appollonius van Thyro - eigendom dus van het Zeeuws Genootschap - is een van de zeven vroegste prozaromans.5 Hoe ziet het boekje eruit? Op de titelpagina zien we een houtsnede. Aan het verhaal gaat een inhoudsopgave vooraf die bestaat uit een opsomming van alle hoofdstuk titels. Na het verhaal wordt de plaats en datum van verschijnen vermeld: Delft, 23 september 1493. Het verhaal is gedrukt in een voor die tijd moderne Gotische letter, de 'textura', die nog sterk lijkt op de handgeschreven letters zoals die in bijvoorbeeld de Beatrijs gebruikt worden. Op de laatste pagina van het boekje staat een afbeel ding van een eenhoorn onder een wapenschild. Het is een drukkersmerk en verwijst naar de drukker Cristiaen Snellaert. Deze woonde en werkte van 1488 tot 1497 in Delft. Van Cristiaen Snellaert is bekend dat hij de 'textura' kocht van Henric Pieterszoon, 'die lettersnider', een van de eerste zelfstandige lettersnijders. De oude roman van het Zeeuws Genootschap is waarschijnlijk het enige overgebleven exemplaar. In de Annates de la typographie néerlandaise au x\A siècle wordt een opmerking over een tweede exemplaar gemaakt. Dat zou in 1811 door de Franse overheersers genaast zijn. Van dat exemplaar is tot op heden geen spoor teruggevonden.6 Onze incunabel uit 1493 lijkt een zelfstandige editie te zijn van caput (hoofdstuk) 153 van een Middelnederlandse vertaling van de Gesta Romanorumeen Latijnse verzameling teksten uit de veertiende eeuw. De Gesta Romanorum is waarschijnlijk in Zuid-Engeland ontstaan en door geestelijken, die er thema's voor hun preken in vonden, gebruikt.7 Het boekje van het Zeeuws Genootschap voldoet echter niet aan alle criteria voor een prozaroman. De belangrijkste afwijking is het ontbreken van een voor romans uit die tijd zeer gebruikelijke proloog, een voorwoord waarin de bewerker zich met een boodschap tot de lezer richt. Het is niet bekend waarom die proloog ontbreekt. Mogelijk is deze verloren gegaan. Figuur 2. De wrede koning Antiochus, de dochter en een huwelijks kandidaat. Het verhaal Die schone ende die suverlicke historie van Appollonius van Thyro verhaalt over de lotge vallen van de intelligente en kunstzinnige Apollonius, vorst van Tyrus, die met zijn vloot langs de kusten van het oostelijk deel van de Middellandse Zee trekt. In Antiochië dingt hij naar de hand van de zeer schone dochter van Koning Antiochus. De vorst laat echter al haar minnaars doden, wanneer zij een door hem opgegeven raadsel niet kunnen oplossen. Zo stelt hij zijn incestueuze verhouding met zijn dochter veilig. Apollonius weet de oplossing van het raadsel te vinden, maar Antiochus speelt vals spel en Apollonius vlucht eerst naar zijn vaderstad Tyrus, dan naar Tarsus. Daar redt hij de burgers van de hongersnood. Apollonius vervolgt zijn vlucht, overleeft als enige een schipbreuk, maar raakt daarbij al zijn bezittingen kwijt. Dankzij zijn atletische, intellectuele en kunstzinnige ver mogens wint hij de gunst van koning Altistratus van Pentapolis en huwt hij diens dochter. Wanneer koning Antiochus en zijn dochter vanwege hun zonden door de bliksem worden getroffen en gedood, krijgt Apollonius het koningschap over Antiochië. Daarna vertrekt hij per schip met Genootschapsverzamelingen 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 33