De bekendheid en de verspreiding dankt het verhaal vooral aan het feit dat het in de veertiende eeuw opgenomen werd in de Gesta Romanorum. Deze verzamelband met Latijnse religieuze teksten is over heel Europa verspreid en in diverse volks talen vertaald. Maar al ver vóór de veertiende eeuw geniet het verhaal reeds grote bekendheid over een groot gebied. Dat blijkt uit inventaris lijsten en uit verwijzingen naar het verhaal. In 837 bijvoorbeeld verdeelt Graaf Everardus Friuli, schoonzoon van Lodewijk de Vrome, zijn boeken onder zijn dochters. De oudste Engeltrud krijgt een Apollonius 'ter leeringhe ende vermaeck' samen met nog drie boeken over religieuze onderwerpen. In 821-822 vermeldt de inventarislijst van de Abdij Reichenau tussen de geschiedkundige werken een 'volumen Apollonii'. Samen met een geschiedkundig werk en een religieuze tekst schenkt abt Wando in 747-754 een exemplaar van de Historia Apollonii aan de bibliotheek van het Benedictijner klooster St. Wandrille in Normandië. Nog vroeger - in de zesde eeuw reeds - vergelijkt de dichter Venantius Eortunatus zijn lot met dat van Apollonius en wordt het verhaal in een traktaat over grammatica geroemd om het zuivere taalgebruik. Na 1500 is de bekendheid van het verhaal in het Nederlands taalgebied snel afgenomen, al is het verhaal niet geheel verdwenen. Uit het begin van de zeventiende eeuw dateert een toneelbewer king van Pieter Bohr. Hoezeer de lotgevallen van Appollonius hier in de vergetelheid zijn geraakt, blijkt wel als Penon het eerste deel van zijn Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde doet verschijnen. In elk deel wil hij een 'zeldzaam geworden' werk presenteren. Hij kiest als eerste de tekst uit de incunabel van het Zeeuws Genootschap.8 Publiek en functie Zoals gezegd worden voor de editie van een incunabel of prozaroman bekende en populaire verhalen gekozen. De Historia Apollonii en de vertalingen ervan zijn gedurende de Middel eeuwen en de Renaissance bij een groot en wisselend publiek populair geweest. Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn die populariteit te verklaren. Uit onderzoek in inventarislijsten blijkt dat de Historia Apollonii op deze lijsten voorkomt als een opzichzelfstaand verhaal, maar ook in combinatie met historische teksten of in combinatie met religieuze, didactische en morele teksten. Een deel van het leespubliek neemt kennis van het verhaal via de Gesta Romanorum en interpreteert het verhaal als exempel van religieus en moreel hoogstaand gedrag. Voor een ander deel van het publiek is het Apollonius- verhaal een historisch verslag over de periode na Alexander de Grote.9 Daarnaast speelt een rol dat de Historia Apollonii een verhaal is dat zich gemakkelijk liet bewerken of liet lezen als een hoofs liefdesverhaal vol ridderlijke deugd of tot een krachtig christelijk exempel. Anderzijds moet de structuur en de motieven van het verhaal voor een wisselend publiek aantrekkelijk zijn geweest. Dat publiek waardeerde bijvoorbeeld een van de vele archetypische motieven, zoals het onverdiende lijden, de grilligheid van het lot, goede of slechte vaders, de boze stiefmoeder, de onbekendheid met en het hervinden van de eigen afkomst, de scheiding en hereniging van een familie, de zeereis, het noodweer, de achtervolging en de bedreiging, het plegen van incest, het op het nippertje ontsnappen aan het plegen van incest, voor- en tegenspoed, wanhoop en vreugde. Kortom, in de Historia Apollonii waren mogelijk heden genoeg om er, naar de 'smaak' van het moment, een zin of een vertroosting in te verwerken of te lezen. De onbepaaldheid van het genre, het ontbreken van een duidelijke motivering van de gebeurtenissen, het ontbreken van een expliciete moraal in het verhaal en de enorme variatie in de avonturen van zo maar een koning uit Tyrus kunnen ook hebben bijgedragen aan de populariteit.10 Er zijn weinig concrete gegevens over het leespubliek en de functie van de incunabel van het Zeeuws Genootschap. Het leespubliek van incunabels moet in ieder geval niet worden gezocht bij de adel, de geestelijkheid of de stedelijke elite. Die hadden meer oog voor fraai bewerkte hand schriften. De gedrukte prozaroman was in de ogen van de elite een massaproduct. Het goed kope drukwerk in de volkstaal was goed voor de lagere geestelijkheid, voor schoolkinderen, en voor gewone burgers. Het leespubliek van Die schone ende die suverlicke historie van Appollonius van Thyro moet daarom worden gezocht onder de klerken, schoolmeesters, ambtenaren, secretarissen van gilden en broeder schappen, kopiisten, advocaten, kapelaans en monniken, op zoek naar kennis en verstrooiing.11 Voor deze semi-geletterde middenstanders kan Genootschapsverzamelingen 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 35