schildersfamilie - met uiteindelijk vier kinderen -
in een artistieke omgeving. Door omstandigheden
gedwongen, besloot het gezin in de oorlogsjaren
naar Amsterdam te gaan. Na de oorlog keerde
Père en de jongste zoon, zonder moeder die op
6 mei 1945 was overleden, weer terug naar Veere.
Beenhakker karakteriseert het werk van W.F.A.l.
Vaarzon Morel als dat van iemand die duidelijk is
voortgekomen uit de Amsterdamse School, met
Aliebé als leermeester en Breitner als voorbeeld.
Hij heeft zich echter ontwikkeld tot een colorist
met een lichte elegante toets. Daarin komt hij,
net als Isaac Israels, dichter bij het Franse postim-
pressionisme dan bij de grijzige Haagse School.
Er blijft een zuidelijke tint in zijn werk, een
heimwee naar mediterrane levensvreugde, een
stukje Frankrijk in Veere. Dat Willem Vaarzon
Morel sr. net als zijn vader kunstschilder zou
worden, sprak eigenlijk vanzelf. Tijdens zijn
opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende
Kunsten in Amsterdam werd hij al tekenleraar.
Hiermee moest hij noodgedwongen ophouden,
toen hij in 1943 werd getroffen door kinderver
lamming, waardoor hij vanaf de heupen verlamd
raakte. In 1947 trok Willem met zijn gezin in
bij zijn vader in Veere - voorgoed. Willem maakte
vooral gelegenheidsdrukwerk en aquarellen, veelal
met Zeeuwse onderwerpen. Hij is in zijn hout
sneden verwant met Dirk Nijland en Johan Melse.
Als kunstenaar is Willem bescheiden gebleven.
Beenhakker concludeert echter dat zijn werk
getuigt van levensvreugde en liefde voor stad en
land, water en schepen.
Wim Vaarzon Morel leerde al van jongs af aan teke
nen. Tijdens zijn jeugd woonde hij in Amsterdam,
maar werden veel vakanties in Veere doorgebracht.
Hier tekende hij samen met zijn opa de paarden
op de Kade. Dit onderwerp zou zijn grote passie
blijven. Tijdens zijn middelbare schooltijd illu
streerde hij veel, zoals bijvoorbeeld menukaarten
voor De Campveerse Toren. Ook in zijn marinetijd
tekende hij veel en ging ook aquarelleren. Hij
volgde zijn opleiding aan de Rijksacademie voor
Beeldende kunsten in Amsterdam bij onder meer
G.V.A. Röling, Otto de Kat en Jan Wiegers.
Paarden zijn en blijven zijn grote passie, vooral
grote groepen op veemarkten, keuringen en
draverijen zijn favoriet. Water en schepen vormen
de tweede passie van Wim Vaarzon Morel. Wim
werkt het liefst vrij, zonder opdracht. Zijn onder
werpen liggen in de open lucht, in weer en wind.
Zijn atelier is op de plek waar zijn onderwerpen
zijn. Hij is een impressionist in de letterlijke zin.
Dit verbindt hem met zijn grootvader die even
eens leven en beweging wilde vastleggen. Daar
tussen vormt het werk van vader Willem een klein
moment van stilte en bespiegeling.
Deze publicatie is mooi uitgevoerd en rijkelijk en
goed geïllustreerd, grotendeels in kleur. De tekst
van Ad Beenhakker is prettig leesbaar. Het boek
is verschenen bij de gelijknamige tentoonstelling
in het Marie Tak van Poortvlietmuseum, die nog
tot 2 november 2003 is te bezoeken.
Berit Sens
118
Boekbesprekingen