Republiek' te voorkomen. De wetenschappen
dienden buiten dit soort conflicten te blijven,
zo was Van de Perres stellige overtuiging.27
Opvallend genoeg voert Van de Perre dan min of
meer het programma uit dat een eeuw eerder
door de Middelburgse ds. De Mey was opgesteld
en beschreven. Op Van de Perres kosten werd
namelijk uit familiebezit een groot herenhuis
aangekocht, dat vervolgens als huisvesting werd
aangeboden aan het hele spectrum van in
Middelburg werkzame organisaties van weten
schap en kunst. Zo moest het nieuwe Musaeum
Medioburgense de zetel worden van twee
Natuurkundige Gezelschappen (dat der heren en
dat der dames), de Middelburgse Teekenacademie
en het Middelburgse Departement van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Dit
departement had een eigen verzameling, die er
zou worden uitgesteld. Daarnaast zou Van de
Perre op eigen kosten een publieke leesbiblio
theek laten inrichten en zou de grond achter het
huis ter beschikking komen als kruidentuin voor
de stadsapothekers. Uiteraard zou het nieuwe
Musaeum onder leiding moeten staan van een
'Theologant'. De doelgroep was ook helder:
de instelling was bestemd voor 'onse vernuftigste
en vlijtigste ingezetenen, zo uyt de Burger-,
als uit den Boerenstand'. Het was een in de
Nederlanden niet eerder vertoonde opzet. Zeker,
er was inmiddels de (sedert 1778) Teylers
Stichting in Haarlem, maar die instelling had
niet de openbare, duidelijk publieke functie die
Van de Perre voor ogen stond.
Het Musaeum Medioburgense is in deze opzet
nimmer tot bloei gekomen. Het gebouw heeft
weliswaar tot ver in de negentiende eeuw
de collecties van het Zeeuws Genootschap
gehuisvest, maar met name door Van de Perres
ontijdige dood, in 1790, is de publieke centrum
functie snel gesmoord. De tot uiting gebrachte
visie is echter bijzonder opmerkelijk, en - indach
tig het eerder door ds. De Mey gestelde - past
het goed in de Zeeuwse context. Wellicht mag
de beoogde centrumfunctie een inspiratiebron
zijn voor de nieuwe directeur van het Zeeuws
Museum, ook al is deze inmiddels niet langer
een 'Theologant'.
Noten
1 Balthasar de Monconys, Journal des voyages ou les
sgavants trouveront un nombre infini des nouveautez.
Lyon 1665, 109-113 en Paris 16952, II, 216-222.
2 E. Bergvelt (e.a), De wereld binnen handbereik.
Nederlandse kunst- en rariteitenverzamelingen,
1585-1735. Twee delen. Amsterdam/Zwolle 1992.
Zie ook: Ellinoor Bergvelt (e.a.), Verzamelen. Van raritei
tenkabinet tot kunstmuseum. Heerlen 1993.
3 Bergvelt, De wereld binnen handbereik 266.
4 Zie over dit onderwerp uitvoeriger mijn bijdrage: 'Het
Kabinet der Natuurlijke Zeldzaamheden van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen gedurende het tijdvak
1771-1869'. In: B.C. Sliggers (ed.), Het verdwenen
museum. Natuurhistorische verzamelingen 1750-1850.
Blaricum/Haarlem 2002, 155-174.
5 PJ. Meertens, Letterkundig leven in Zeeland in de
zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw.
Amsterdam 1943, 440, 469.
6 Zie over deze bioloog, theoloog en letterkundige uitvoerig:
Meertens, Letterkundig leven, 341-354.
7 Vgl. N. Bakker (e.a.), Masters of Middelburg. Exhibition
in the Honour of Laurens J. Bol. Amsterdam 1984.
Vgl. BergveltDe wereld binnen handbereik, 203.
8 J. Goedaert, Metamorphosis Naturaiis. Middelburg
(J. Fierens), (ongedateerd, doch uitgegeven in 1660:
Christiaan Huygens ontvangt een exemplaar op
9 november 1660, zie diens Oeuvres Completes, xxil, 535).
In 1667 verscheen een tweede deel en twee jaar
later werd (postuum) een derde deel uitgebracht.
Vgl. de advertenties in de Oprechte Haerlemse Courant
9 aug 1667, resp. 2 maart 1669. Vgl. ook E. Jorink,
Wetenschap en wereldbeeld in de Gouden Eeuw.
Hilversum 1999, 76-78.
9 Catalogi gevonden via het nog lopende project Book Sales
Catalogues of the Dutch Republic, 1599-1800, uitgevoerd
door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. De volgende
catalogi van veilingen verzorgd door Jaques Fierens
te Middelburg zijn inmiddels bekend: Andreas Rotarius
(ofwel Radermacher), predikant uit Colijnsplaat, 1653,
31 pag. Parijs, Bibl. Nat.; Godefridus Cornelisz Udemans,
predikant uit Zierikzee, 44 pag., Parijs, Bibl. Nat.;
Guilielmus Apollonius, predikant en vanaf 1651 hoog
leraar theologie aan de Illustere School te Middelburg,
1657, 88 pag., Sint Petersburg; Abraham Grenier,
doctor in de rechten, 1660, 26 pag., Wolfenbüttel;
Een Anonymus, 1665, 12 pag., Wolfenbüttel; Johannes
Wilmerdonx, Rector van de Latijnse School en van 1651
tot aan de eerste opheffing in 1666 hoogleraar filosofie
aan de Illustere School te Middelburg, 40 pag., Wroclaw.
Fierens zelf overleed in 1670, waarna ook zijn eigen
collectie werd geveild. In de Oprechte Haerlemsche
Courant van 5 april 1670 leest men: 'Op den 21 April
sal men verkoopen de naergelaten Boecken van zaliger
86
Zeeuwse verzamelaars van zeldzaamheden