Goudswaard levert ook een zelfgemaakte zak voor
de stukken bij het Slabberjanspel met daarbij
de (beknopte) spelregels. Het vreemde is dat
Goudswaard tenminste twee verschillende spel-
regelvellen heeft uitgegeven bij het spel, waarvan
de modernste versie afwijkt waar het gaat om
de herberg, de inleg en het op de pof meespelen
(zie hiervoor).32 De doppen hadden een steeltje
om ze tussen de vingers vast te kunnen pakken.
De echte Slabberjanfanaat maakt het spel
natuurlijk zelf met behulp van doorgezaagde
garenklosjes of stukken bezemsteel waarop de
figuren met een papiertje op de brede kant
worden geplakt of erop getekend. De stukken
worden opgeborgen in een zelfgenaaide zak;
bij voorkeur van 'schortegoed', het boerenbont
waarvan de Zeeuwse schorten vervaardigd zijn.
Ik herinner me ook het spel ooit gespeeld te
hebben bij een tante, waar de stukken bestonden
uit houten blokjes in de vorm van een halve
maan of ovaal, met het plaatje op de platte kant.
Het Slabberjanspel heeft acht plaatjesdoppen, waar
van er vier de hoogste en vier de laagste waarde
vertegenwoordigen. De tussenliggende cijfers
zijn 0 tot en met 12. Het Hexenspiel en Cambio
zijn Romeins genummerd en ook Gnav is blijkens
de illustratie bij Kareis' artikel, 'Slabbeijan in
Noorwegen' en een foto die de Noor Torkild
Grimsrud mij toestuurde, op die wijze genum
merd; bij de internetbron is hiervan geen sprake
en alle Slabberjanspelen die ik tot nu toe gezien
heb, waren voorzien van Arabische cijfers.
De figuren
Kap-af is een man te paard met een getrokken
zwaard, ook wel gewoon Ruiter genoemd. De
Waal heeft het over 'een ruiter te paard, die met
den sabel dreigde er op in te houwen', en Van
Wallenburg spreekt van 'een ruiter met een
zwaard in de hand gereed om "af te kappen'".33
Bij het Cambio, Hexenspiel, Gnav en Kille kennen
alleen de laatste twee spelen een figuur die
overeenkomt met de Kap-af: de Dragotien en
de Kavall. De Kavall echter is in het Killespel
slechts de op drie na hoogste matador.
De Vogel is in het Gnavspel, het Cambio of Cuccu
en het Zaanse Koekoeksspel een Koekoek. In het
afgebeelde Slabberjanspel lijkt de Vogel nog het
meest op een spreeuw of een zwaluw.
Het Poesje wordt doorgaans uitgebeeld als een
zittende of spinnende poes - hoe kan het ook
anders. Ik heb echter zelfgemaakte Slabberjan
spelen meegemaakt, waarbij de afbeelding zo
slecht getekend was dat deze "t Schaep' werd
genoemd. In het Cuccüspel wordt dit stuk Gatto
(kat) of Gnao (miauw) genoemd; hier afgebeeld
met een fier omhooggestoken staart. Ook
het stuk in het Gnavspel toont een poes met
opgezette rug en een dikke opgestoken staart.34
Herberg is een afbeelding van een herberg. In het
Slebber Jenspel bestaat dit stuk uit de afbeelding
van een huis, maar veel tekenaars van zelfge
maakte Slabberjanspelen krijgen het niet voor
elkaar 0111 binnen het kader van de dop meer dan
een knus uit de schoorsteen rokend huisje te
tekenen. Bij het Kille- en Cöchspel zijn enkele
fraaie middeleeuws ogende, landelijke gesitueerde
herbergen te zien. Bij het Gnavspel heet dit stuk
eigenlijk Huset ('huis'), maar op het spelregelvel
is duidelijk een herberg getekend.35
Blind wordt op diverse plaatsen in de provincie
anders genoemd. Op Walcheren spreken de
meeste over Wittebrood, maar dit stuk wordt
(in Oost-Souburg) ook wel Blank genoemd.
Minderhoud en Klokke noemen dit stuk
Meelzak.36 Van Wallenburg stelt zelfs dat dit
stuk zwart was, aangezien de garenklosjes
gitzwart werden geverfd, maar het komt mij
voor dat in het spel waarmee Van Wallenburg
speelde, bij dit stuk geen plakkertjes aanwezig
waren of de onderkant van de dop gewoonweg
niet geverfd was.37
Pispot wordt in het Slebber Jenspel de waterpot
genoemd, maar wordt bij het Slabberjan overal
consequent Pispot genoemd. In de buitenlandse
varianten is een meer zedige invulling gegeven
aan dit stuk. Bij Cambio wordt met een
(vuilnis)emmer (Secchia) gespeeld, bij Kille met
een bloempot en bij Gnav met een wateremmer -
maar die kan natuurlijk ook voor een ander
doel worden ingezet.38
Het stuk dat Smoel wordt genoemd stelt een wan
staltig gezicht voor, 'zoals de lelijkste Zeeuwse
boer nog niet eens trekt, als hij kiespijn heeft'.39
Kwam een aanbieder bij een houder van Smoel,
dan gaf deze dit te kennen door het trekken van
allerlei lelijke gezichten en het slaken van enkele
kreten.40 Smoel werd bij ons ook wel vernoemd
naar een lokale middenstander met een nogal
lelijk gezicht en ik heb begrepen dat ook elders
bekende dorpsgenoten model stonden voor dit
lage stuk. In Nieuw- en Sint Joosland wordt
Het Slabberjanspel
135