componist die het complete muziekmateriaal van Bellida, inclusief een handgeschreven tekstboek, zorgvuldig in een doos op zolder bewaarde. Het idee dat dit werk van zijn grootvader, die hij zelf nooit gekend heeft, weer op de planken zou komen, sprak hem zeer aan en van zijn kant was alle medewerking vanzelfsprekend. De eerste noodzakelijke stap was een onderzoek naar de artistieke kwaliteit van het werk, zowel muzi kaal als scenisch. De opera is compleet bewaard gebleven, zowel de zang als de orkestbegeleiding. Daarnaast is er een uitvoerig handgeschreven libretto in het Nederlands en in het Frans van de auteur J.M. Heynens. Bij vergelijking ontstaat de indruk dat de literaire kwaliteit van de Franse tekst die van de Nederlandse verre overtreft. In ieder geval gaat bij heropvoering de voorkeur uit naar de Franse tekst. Het handgeschreven muziekmateriaal werd in kopie in Timisoara bestudeerd door de uiterst deskun dige en enthousiaste dirigent Lazlo Rooth. Hij was bereid een piano-uittreksel c.q. directiepar tituur samen te stellen. Zijn eerste commentaar: prima muziek, verrassend! Ook de directeur- generaal van de Opera Romana, de heer Corneliu Murgu, reageerde na het inzien van het materiaal uiterst positief en stelde ons in de gelegenheid om proefopnamen te maken met solisten, koor en orkest. Hij heeft uiteindelijk de opera in het repertoire van de Opera Romana opgenomen in het seizoen 2003/2004. Omdat alleen losse partijen voor solisten, koor en orkest bewaard zijn gebleven moet van deze gigantische hoeveelheid los materiaal weer een samenhangend en hanteerbaar geheel worden gemaakt, in de vorm van een orkestpartituur en een piano-uittreksel. De zangpartijen voor het koor zijn bewaard gebleven in de Franse versie, alle solistenpartijen hebben een Nederlandse tekst, die door de Franse vervangen zal moeten worden. Inmiddels is door de regisseur, in samenwerking met de dirigent, kritisch gekeken naar de dramatur gische structuur om een optimaal gebruik te kunnen maken van de scenische mogelijkheden. Dit heeft onder meer geleid tot een indeling in drie bedrijven en een uitbreiding van de ballet scènes. De Stichting Bérenger biedt artistieke en financieel/ organisatorische hulp aan Oost-Europese, in het bijzonder Roemeense, gezelschappen. Op verzoek van en met steun van de Stichting Bérenger heeft de Opera Romana deze productie als inter nationaal samenwerkingsproject in het repertoire opgenomen. Door dit initiatief zal straks het Nederlandse operapubliek kunnen kennismaken met een romantisch muziekdrama van eigen bodem in een professionele uitvoering van de Opera Romana uit Timisoara. Deze unieke Nederlands/Roemeense samenwerking biedt de mogelijkheid om een bladzijde van verloren gewaande, in ieder geval voor iedereen onbe kende vaderlandse en 'euregionale' muziek geschiedenis te laten herleven. Frans Meewis Andere opera's van De Pauw Bijna een halve eeuw later schreef De Pauw nog een tweede opera, Jonk bij jonk en auwt bij auwt. Het tekstboek van dit werk dateert reeds uit 1860 en is van de hand van mr. G.D. Franquinet. In de negentiende eeuw werd er muziek bij geschreven door Victor van Helden. Onder auspiciën van de sociëteit 'Momus' hebben er sedert de première in 1861 verscheidene opvoeringen plaatsgevonden, voor het laatst (voor zover wij konden nagaan) op 16 februari 1909. Daarna is Van Heidens muziek verdwenen. Het is niet bekend of De Pauw Van Heidens muziek heeft gekend; we weten dus ook niet of en in hoeverre hij hiervan gebruik heeft gemaakt. In mei 1941 ging Jonk bij jonk in première, ruim een halfjaar voordat de instelling van de 'cultuur kamer' dergelijke producties onmogelijk maakte. De uitvoerenden waren leden van het 'Ensemble Artistique Apollo' onder leiding van De Pauws zoon Désiré (geboren 9 oktober 1916 te Maas tricht en er overleden op 18 maart 1988), die daarmee debuteerde als dirigent. De partituur van Jonk bij jonk is verreweg de mindere van Bellida de begeleiding is slechts voor een klein strijk orkest met piano geschreven. Er zijn wel aardige melodische vondsten, maar het gehele werk heeft toch iets gekunstelds; het frisse en oorspron kelijke dat Bellida tot een aantrekkelijke opera maakt, is hier nauwelijks aanwezig.5 Tegen de populariteit van De kaptein van Köpenick of Trijn de Begijn kon De Pauws werk niet op. Dit geldt ook voor zijn operettes Blank en Rood (1922) op een niet erg boeiend libretto van F. Sandel en W. Vrijlandt, voor Zigeunerbloed Guustaaf Francies de Pauw 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 5