Catalogus aardewerk Sinte Philipslandt De beschrijving van de vondsten van Sint-Philipsland is uitgevoerd volgens het Deventer-systeem. Dit systeem is in Nederland de vrijwel algemeen aanvaarde wijze voor de eenduidige beschrijving en afbeelding van laat- en post- middeleeuwse archeologische vondsten. Het systeem wordt zowel gebruikt in wetenschappelijke publicaties als in populaire publicaties voor een breder publiek. Groot voordeel van het gebruik van dit systeem is dat vondst complexen en vondstcontexten uit geheel Nederland goed en betrekkelijk snel met elkaar te vergelijken zijn. Hierdoor kunnen onder andere lokale en regionale verschillen en tijdgebonden trends gesignaleerd worden. In het systeem worden op een gestandaardiseerde wijze van elk object negen verschillende soorten kenmerken of informatie vastgelegd. Door de publicatie van vele vondst complexen is inmiddels een groot aantal vormen in een gecodeerde typologie beschreven. De toelichting van elk voorwerp is als volgt samengesteld: la. inventarisnummer 1b. vondstcomplex (historische datering) 2. code van het type 3. datering van het voorwerp 4a. maten 4b. beschrijving 5a. baksel 5b. oppervlaktebehandeling 5c. beschrijving van de decoratie 5d. gebruikssporen 6a. bodem 6b. oor/steel 6c. diversen 7. functie/naam 8. productiecentrum 9. literatuur Voor het inventarisnummer is hier een verwijzing gebruikt naar de verschillende collecties waarin de voorwerpen zich nu bevinden. Voor de datering is de zekere datering aangehouden op de bekende historische gronden. De code van het type is opgebouwd uit de eerste letter van het baksel, de eerste drie letters van de functie/naam en een typenummer volgens het systeem. In de Philiplandse vondsten zijn slechts twee baksels aanwezig: s2 en r, respectievelijk steengoed met oppervlaktebehandeling (glazuur) en rood (oxiderend gebakken) aardewerk. Het typenummer wordt soms nader gepreciseerd met een toegevoegde letter. Bij de grapen betekenen a en b respectievelijk met één of twee oren. Van de maten wordt in centimeters eerst de maximumdia meter gegeven (zonder oren of steel), gevolgd door de maximumhoogte (zonder uitsteeksels op de rand) en de maximumdiameter van de voet. De schaal van de tekeningen en afbeeldingen van de objecten is gebruikelijk, ook in het Deventer-systeem, 1:4. Echter, om reden van het formaat van Zeeland en het te grote ruimtebeslag bij het volgen van de standaard, wordt hier van in deze catalogus afgeweken. De voorwerpen zijn hier alle in tekening en foto afgebeeld op schaal 18, de helft van het gebruikelijke formaat. 54 Op zoek naar Sinte Philipslandt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 12